Een zwart-wit verslag
Niet
zo graag
Ik kan mij niet
herinneren dat ik de twee boeken waarover ik in mijn vorige blog berichtte ooit
gelezen heb. Nee, ‘Aapje Jaapje’ door T. Aalbersberg van Boven en ‘Het pakhuis
van oom David’ door Corry Blei-Srijbos staan niet in mijn geheugen gegrift. Het
grootste deel van mijn lagere schooltijd las ik niet zo graag.
Wel herinner ik
mij dat je in de vijfde klas zodra je met een opdracht klaar was, een boek mocht
halen uit het schoolbibliotheekje. Meestal nam ik dan eentje waarin veel
plaatjes zaten. Die had je zo uit.
Werkelijk geraakt
Het eerste boek
dat mij werkelijk raakte, was Daniel Defoe’s ‘Robinson Crusoe.’ Gekregen voor mijn
verjaardag. Misschien raakte het boek mij omdat ik de tv-serie had gezien.
En verder?
Voorlopig bleef
het bij Robinson Crusoe. Ik had wel een stuk of twintig boeken op mijn kamertje
op een metalen wandrekje staan. Daarvan is mij, naast Pietje Puk, Thierry La
Fronde (met foto’s uit de televisieserie) en ‘Pietje Bel,’ alleen ‘Soebkat uit de pot’
bijgebleven. Mijn zus probeerde mij eens
aan het lachen te krijgen door alle titels van mijn wandrekje verkeerd op te
lezen. Maar ook haar verbastering van ‘Soepkat uit de pot’ maakte mij niet echt nieuwsgierig
naar de inhoud van dat boek, noch naar de rest van mijn boekencollectie.
Strips las ik. Suske
en Wiske, Kuifje, Sjors en Sjimmie, Billy Turf, de Donald Duck. Wie deed dat
niet.
En de
rest van het gezin?
Mijn zus las. Heel
wat boeken bezat ze. Meest in het oog sprongen de delen van ‘Angélique,’ met
foto’s uit de films.
Mijn moeder kwam
niet veel verder dan de christelijke scheurkalender en de Elisabethbode. Mijn
vader zat ‘s avonds gebogen over de krant.
Ik geloof dat het aantal boeken dat mijn ouders in hun bezit hadden op twee
handen te tellen is. Opgeborgen in een doos op zolder. En twee in de
kelderkast. Die uit de kelderkast haalden ze het vaakst tevoorschijn: een kookboek
uit 1947, en De Bijbel die ze bij hun huwelijksinzegening van de
dominee hadden gekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten