dinsdag 8 juli 2014

Ninakwamnie – deel V

Reeks over een Nina Hagen concert dat op 23 mei werd afgelast en dat daardoor bij mij allerlei herinneringen opriep.

Late liefde


Unbeschreiblich Weiblich
Ik heb niet altijd van Nina Hagen gehouden. Na zo’n uitspraak, schieten mij als vanzelf weer de ritten in de Kever van een jeugdvriend te binnen. Februari 1979. Samen op weg om elk op een andere school middelbaar onderwijs te kunnen volgen in een plaats dertig kilometer verderop. De radio van die Kever bracht regelmatig een single van Nina Hagen ten gehore, afkomstig van haar eerste, in het Westen uitgebrachte elpee. Ik vond er geen bal aan.

Geheugen opfrissen
Ik was helemaal niet bezig met 1979, ik was bezig met 1989.
Soms is het verstandig om in je persoonlijk archief te duiken om het een en helder te krijgen. Uit dat persoonlijk archief had ik een paar dozen opengetrokken, in de hoop ergens het papiertje terug te vinden waarop ik een flink aantal nummers had genoteerd die Nina Hagen tijdens haar optreden in het Vredenburg van 1989 ten gehore heeft gebracht. Dat papiertje is ongeveer een dag na dat optreden gemaakt.

Een echte foto!
Ik heb dat papiertje niet gevonden. Wel vond ik een echte foto met Nina er op, zoals ze er midden jaren tachtig uit heeft gezien. Ik kan me niet herinneren hoe ik aan die foto gekomen ben. Misschien heb ik er een flink bedrag voor betaald. Misschien heeft iemand mij die foto geschonken, iemand die wist dat ik gek op Nina Hagen was. Ik weet het echt niet meer.

Elpeelijst
In dat persoonlijk archief kwam ik in het mapje met de Nina Hagen foto verder een lijst tegen van de elpees die ik tussen december 1971 en juni 1979 heb gekocht.
In maart 1972 is dat Led Zeppelin IV, in november 1974 Paranoid van Black Sabbath. Januari 1976 is het Desperado van The Eagles en in februari 1978 Imagine van John Lennon. Comes a time van Neil Young volgt in november 1978. De lijst sluit af met Lionheart van Kate Bush. De lp Nina Hagen Band, verschenen in 1978, komt niet op mijn elpeelijst voor.

Statistiek
In het mapje met de Nina Hagen foto kwam ik nog iets anders tegen. Mens, wat was ik vroeger fanatiek! Een soort horizontale staafdiagram, waaruit mijn interesse in zangers, zangeressen en bands in de loop der jaren valt af te lezen. Alleen de toen voor mij meest belangrijke zangers, zangeressen en bands staan op deze lijst, te beginnen met de Beatles, waar ik tussen ‘64 en ’70 helemaal gek van was. Daarna ging het richting Hard Rock met Deep Purple, Jimi Hendrix en The Who. Midden jaren zeventig begin ik Bob Dylan en Leonard Cohen te ontdekken. In 1980-’82 verschijnen Patti Smith en The Cure. De grote liefde voor Nina Hagen begint pas in 1985. Waarom zo laat?

In de Kever
Terug in de Kever. Deze keer maart 1979. Het was vroeg in de ochtend. De koplampen beschenen de boomtakken. We deinden mee op de onregelmatige golven die de boomwortels in het asfalt hadden gedrukt. Het was goed opletten. Er waren veel bochten en de bomen stonden vlak aan de weg. We zwegen. De jeugdvriend zat achter het stuur van zijn Kever en keek vrolijk. Ik keek ernstig. In de cassetterecorder had hij een bandje draaien. Ze kwamen voorbij: TV Glotzer, Rangehn, Unbeschreiblich Weiblich, Auf’m Bahnhof Zoo, Naturträne. En toen zette hij het bandje stop en hupten wij over een volgende boomwortelgolf heen. Ik vond het vreemd dat hij die muziek had gedraaid. Thuis op zijn kamertje had hij heel wat Pink Floyd, Electric Light Orchestra en Supertramp in zijn platenkoffer staan.
Hij vroeg: ‘Je bent zo stil. Vond je het niks?’
‘Nee,’ zei ik. ‘Op dat laatste nummer na dan. Die gaat wel. Maar de rest? Het komt niet door de zang. Het komt door de muziek. Ik heb mijn neus een beetje vol van Hard Rock. Die muziek kun je nu toch niet meer serieus nemen?’

Toen schoof hij Pink Floyd in de cassetterecorder en mijn ochtend was weer goed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten