woensdag 25 maart 2015

En de winnaar is: mijn vader!

Zitten voor de camera
Nog één keer even iets over de uitslag van de verhalenwedstrijd ‘Zin en Waanzin.’ Tijdens de boekpresentatie werd het allerbeste verhaal voorgelezen door de acteur Vincent Croiset. Daar zijn opnames van gemaakt en die zijn op internet gezet.
Bij mijn weten ben ik nog nooit van mijn leven zo lang op bewegend beeld vastgelegd.
Ik heb er een foto van proberen te maken via print screen en opslaan als jpg. Maar tot twee keer toe sta ik er niet erg florissant op: een keer met een zuur gezicht en de andere keer alsof ik voldaan in slaap ben gevallen. Dat krijg je ervan als je jezelf in de picture wil zetten. IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid.


Lopen voor de camera
Ik ben al eens eerder gefilmd, korter maar waarschijnlijk voor een veel groter publiek, want de Sender Freises Berlin zond het uit: een rapportage over bepaalde drukke straten, waaraan de stoplichten voor voetgangers slechts enkele seconden op groen bleven staan. Ik was in die dagen in Berlijn bij vrienden op bezoek die dat verplicht haastig oversteken in de media hadden gebracht. Ik ben toen een paar keer met hen een zebrapad overgestoken. En dat werd dan tussen de interviews door uitgezonden.

Wachten voor de camera
Mijn vader heeft het nog verder gebracht. Die heeft ooit eens opgetreden in een echte speelfilm. En dat gegeven heb ik weer verwerkt in de roman ‘De behouden stilte’ dat over het leven van mijn vader gaat:

'Eric Muizenwinkel is langs geweest. Een stel jongelui van de filmacademie van Amsterdam wil bij ons in het dorp een afstudeerfilm maken. Ze zoeken wat oudere mensen als figurant. Of er misschien niet een paar mannen zijn en ook een vrouw die vroeger in een amateurtoneelvereniging hebben gezeten? Muizenwinkel wilde zelf niet, maar dacht meteen aan mij. Ik heb er over nagedacht en heb besloten dat ik maar eens mee doe.

Ik was ervan uitgegaan dat ze me nodig zouden hebben hier ergens in de omgeving. Maar nee, ze hebben me met hun auto van huis gehaald en naar het rangeerterrein van station Linten gebracht. En nu zit ik in een zwart pak met een cilinderhoed op mijn hoofd op de bok van een koets dat geen koets is. Het onderstel bestaat uit dat van een trein. Voor mij, tussen de rails staat een span van zes witte paarden. De teugels rusten in mijn veel te krappe handschoenen. Ik zit hier nu al bijna een uur. Waar wachten ze eigenlijk op? Eerst was er iets met de belichting. Toen de zon opeens achter de wolken vandaan was gekomen, moest die flink worden bijgesteld. ‘We kunnen draaien!’ had de regisseur geroepen. Maar toen bleek de hoofdrolspeler zoek te zijn. Was de stad in gegaan. En wij maar wachten. 

Ik mag niet van de bok af en de paarden mogen niet uit hun tuig. In het begin was ik nog blij dat ik tenminste niet hoefde te lopen. Maar dit is ook niks. De boord zit me veel te nauw om de hals en dat pinguïnkostuum schuurt me bij elke beweging in de oksels. Ze hebben toch wel meteen kunnen zien dat ik niet meer de dunste ben? Mogelijk is er geen geld voor een ruimere jas. Ik heb mijn maten wel opgegeven, maar misschien ben ik er intussen uitgegroeid. In ieder geval zit ik nu veel te krap in de kleren. En de zon brandt me veel te fel op mijn hoofd. Alles wordt een beetje troebel. Waarvoor doe ik dit allemaal?

‘Nog even geduld, meneer!’ roept de regisseur me toe. Hij doet dat door een megafoon. Ik zie hem vaag zitten in zijn luie stoel, veilig in de schaduw van een loods. ‘Zo meteen wordt u voor de eeuwigheid vastgelegd!’ voegt hij er trots aan toe.
    
Jettie Verschoor, Pluimers en Vos. Waar hangen die rond? Ik weet niet wat voor rol ze hebben, ik weet eigenlijk niks van die film. Behalve dat het over een soldaat gaat en dat ik hem met deze koets en paarden in een droom achterna zit. Ze hebben beloofd, de film het allereerst bij ons in het dorp te zullen vertonen. Of het daarvan komen zal, dat moet ik nog zien. Het zijn stuk voor stuk haastige jongelui met een vlotte tong. Van dat soort dat gemaakte beloftes snel vergeet. Misschien zal Hugo er ooit nog eens naar gaan informeren, naar die film, als ik er niet meer ben. Heeft hij een mooie herinnering aan zijn vader. Maar nog mooier was geweest als hij me als hond had meegemaakt. Dat is natuurlijk onmogelijk, hij moest toen nog geboren worden. En toen hij er eenmaal was, zat ik al lang niet meer bij het toneel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten