woensdag 6 april 2016

Nachtrust

Moed.
Op mijn vorig adres heb ik in de zevenentwintig jaar dat ik er heb gewoond slechts één keer uit het raam staan schreeuwen.

Rumoer
Zomer 2012. Elke donderdagnacht ver over drieën is iemand in mijn straat minutenlang uitvoerig afscheid van iemand aan het nemen. Dat doet hij door de vertrekkende, die aan de reacties te beoordelen al half de straat uitgelopen is, met een hoog stemmetje en giechelend steeds hetzelfde na te roepen.

Onderzoek
Ik steek mijn kop door mijn slaapkamerraam en zie een ventje van een jaar of twintig kromgebogen en iets door zijn knieën gezakt op de klinkers staan. Breed grijnzend heeft hij zijn mobieltje gericht op iemand een heel eind verderop.
‘Doei! Hi-hi-hi. Doei! ... Doei? Hi-hi-hi. Doe-oei!’

Verzet
De maat is vol en ik schreeuw hem toe: ‘Zeg, wil je alsjeblieft eens ophouden met dat kinderachtig gedoe? Dit is nou al de derde donderdagnacht achter elkaar dat ik van dat gegiechel en doei geroep van jou wakker word.’
Hij komt uit zijn gebogen houding overeind, zegt ‘Sorry’ en dat het niet waar is wat ik beweer.
‘En waarom is dat niet zo?’
‘Vorige week was ik op vakantie. Dus daarvoor wil ik mijn excuses niet maken. Voor nu wel.’

Acceptatie
Schrikbarend hoe gevat sommige mensen ’s nachts ver over drieën nog kunnen zijn.
‘Oké,’ zeg ik. ‘Misschien was het niet vorige week, maar het is wel drie keer gebeurd deze maand. Houd er in het vervolg een beetje rekening mee dat er ’s nachts ook mensen slapen, wil je?
Ja, dat zal hij doen, belooft hij me en ik wens hem een wel te rusten toe.

Laf
Veertien dagen later staat hij weer doei te roepen en te giechelen in mijn straat. Weliswaar veel vroeger in de nacht en stukken korter, maar toch luid genoeg om er wakker van te worden.
De politie bellen? Daar ben ik te laf voor. Bovendien zou ik het toch verliezen van hem. Hij was immers aan mijn wens tegemoet gekomen door met de slapenden een beetje rekening te houden?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten