vrijdag 24 juni 2016

‘De IJskoning’ – tijd voor een uitgever?


Een laatste redactieslag
‘Geweldig! Geweldig!’ had mijn meelezer eind vorig jaar nog maar eens over ‘De IJskoning’ opgemerkt. ‘Wanneer stuur je het op naar een uitgever?’
Daarvoor zou ik eerst haar opmerkingen moeten verwerken in die roman. Dat had ik sinds ik het manuscript februari 2014 van haar had teruggekregen, nog niet gedaan. Opzettelijk. Om afstand te kunnen scheppen, zodat ik met een frisse nuchtere blik haar correctievoorstellen zou kunnen beoordelen.
Januari van dit jaar ben ik daarmee begonnen. Ik dacht er een maandje mee zoet te zullen zijn. Dat viel dus anders uit.

Correcties en opmerkingen
Mijn meelezer had welgeteld 738 correcties en opmerkingen in mijn manuscript geplaatst. De correcties betroffen spellingfouten of hier en daar een vergeten letter of woord. De opmerkingen varieerden van ‘mooi’ en ‘prachtig’ tot ‘vaag’ en ‘schrappen.’
Over ‘mooi’ en ‘prachtig’ zal ik niet verder uitweiden. Ik ben een bescheiden mens.

Vaag en schrappen
Vaag: dat kwam volgens mijn meelezer o.a. door de zinsconstructie, of een wat onhandige omschrijving. Verder vond ze hier en daar de overgangen van verleden tijd naar tegenwoordige tijd en van tegenwoordige tijd naar verleden tijd verwarrend.
Schrappen: gelukkig achtte zij slechts een negental langere fragmenten (van ongeveer een halve bladzijde elk) nodig om te worden geschrapt. Niet omdat de zinnen omslachtig waren, maar omdat ze te vroeg bepaalde zaken prijsgaven en dus een zekere spanningsopbouw in de weg stonden. De overige schrapvoorstellen hadden betrekking op een enkel woord of een enkele uitdrukking.

Te veel (dezelfde) woorden
Het ging daarbij vooral om stopwoorden en dito tussenzinnetjes: ‘eigenlijk’, ‘allemaal’, ‘nu’, ‘nogal’, ‘weer’, ‘toch ook’, ‘ook wel’, ‘erg veel’, ‘zo meteen’, ‘is het wel?’ De meeste daarvan bleken terecht overbodig, een enkeling niet.
Ze wees mij ook op dezelfde woorden die te dicht op elkaar stonden. Vreemd dat die er nog in zaten, terwijl ik daar zo veel aandacht aan had besteed voordat ik het manuscript naar haar opstuurde.

Van het een komt het ander
Des te verder ik in de roman vorderde, des te vaker kwam ik dit soort schrapvoorstellen van mijn meelezer tegen. Zij scheen daarin met de bladzijde meer en meer plezier te hebben gekregen, of ze was per bladzijde beter en beter geworden. Reden genoeg om zelf de roman nog eens grondig door te nemen.
Sowieso moest ik de hele tekst nog eens door om te zien of door al die verwijderde woorden de zinnen nog wel liepen en klopten in hun context.
En toen stuitte ik op twee onvergeeflijke fouten, die mij noopte mijn roman nogmaals grondig door te nemen, nu op een heel ander vlak. Daarover de volgende keer meer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten