zaterdag 9 juli 2016

‘De IJskoning’: klaar voor de uitgever? - deel III

Wrijving met de tijd


Controle op feit en tijd
In mijn vorige blog berichtte ik van twee onvergeeflijke fouten die er in mijn roman ‘De IJskoning’ waren geslopen: beukennootjes rapen in het voorjaar en Goede Tijden Slechte Tijden kijken in juni 1990. Ik vreesde dat ik nog meer van dit soort fouten in mijn roman zou aantreffen.
Ik berichtte ook over mijn gevoel dat er hier en daar in mijn roman te veel gebeurde tussen de in de roman aangegeven tijdstippen.
Een grondige controle van de hele tekst op feit en tijd achtte ik noodzakelijk.

Allereerst: de tijd
Het allereerst zou ik de tijd ter hand moeten nemen. Want pas wanneer je een scene hebt verplaatst van de november naar juni, kun je controleren of het voor je personages dan nog wel mogelijk is om te kijken naar Goede Tijden, Slechte Tijden.

Wrijving met de tijd door vooruitspringen en samenvatten
In ‘De IJskoning’ maak ik af en toe sprongen in de tijd vooruit (‘twee weken later’), vat ik hier en daar samen (‘vijf dagen achtereen’). Juist door dit soort opmerkingen kreeg ik twijfels of het wel klopte met de hoeveelheid gebeurtenissen tussen de in de roman aangegeven tijdstippen A en B.
Ik had ook wel zo’n beetje het idee, op welke twee plekken in mijn roman de tijd in ieder geval wreef.
Mijn twijfels bleken terecht te zijn. Conclusie: ik zou de hele roman moeten controleren op nog meer aanwezige wrijvingen met de tijd. Waar ik ze aantrof, zou ik tijdstip A en B verder van elkaar af moeten plaatsen, (met alle gevolgen van dien voor de rest van de roman), dan wel een of meerdere gebeurtenissen moeten schrappen.

Wrijving met de tijd door complexe romanstructuur
Mijn roman speelt zich grotendeels af tussen oktober 1989 en maart 1993. Zoals ik in mijn vorige blog aangegeven heb, gaan de eerste honderdzestig bladzijden over de relatie tussen Patrick Vernooi en Zita Rozenmond. Daarnaast is Patrick bevriend met de cynicus Caspar van Blokland.
Onder ander vanwege de spanningsopbouw heb ik de ontwikkeling van deze twee vriendschappen niet altijd chronologisch weergegeven. Een paar hoofdstukken achtereen behandel ik Patricks relatie met Zita, om daarna – soms terugspringend in de tijd – een paar hoofdstukken te wijden aan zijn vriendschap met Caspar. Een enkel hoofdstuk behandelt zowel de vriendschap met Zita als met Caspar.
Zo is ongeveer de hele roman opgebouwd.
Door deze niet geheel chronologische opbouw wordt het dus moeilijk om na te gaan of er tussen de in de roman aangegeven tijdstippen A en B wel of niet te veel gebeurt. Eigenlijk zou ik de hele roman in chronologische volgorde moeten zetten. Dit is natuurlijk onbegonnen werk. Maar wat is het alternatief?
(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten