vrijdag 24 februari 2017

Achtergelaten kind

Een slecht mens
Op het tafeltje waaraan ik mijn supermarktboodschappen in mijn rugzak borg, zette een Chinese man een klein meisje neer, waarna hij in de supermarkt verdween.
Ik vond dit nogal naïef, zijn dochtertje zo maar onbeheerd achter te laten. Wanneer ik een slecht mens was geweest, had ik haar ik-weet-niet-wat kunnen aandoen.
In plaats daarvan ging ik rustig door met mijn rugzak vullen.

Schreeuwangst
Het meisje keek met haar gitzwarte oogjes langs mij heen naar de ingang van de supermarkt, waarschijnlijk naar de stapels kratten bier waarachter haar vader verdwenen was. Ze was nog van een leeftijd waarin kinderen, eenmaal beseffend in de steek te zijn gelaten, spontaan kunnen gaan blèren.
Ja, nog even en ze schreeuwde alle supermarktbezoekers in een wanordelijke kring om ons heen, inclusief alle supermarktmedewerkers. Vervolgens zou een van die medewerkers 112 bellen en als de politie eenmaal zou zijn gearriveerd, dan krijg ik natuurlijk van alles de schuld.

Zakje rozijnen
Het meisje liet geen enkele traan, ze keek zelfs niet angstig of sip. Terwijl ze snoepte uit een papieren zakje met rozijnen, keek ze mij aan. Zou ik mijn rugzak omdoen, mij omdraaien en het kind aan haar lot overlaten? Nee, ik besloot - voelde mij verplicht om naast haar op het tafeltje te gaan zitten en de terugkomst van haar vader af te wachten.

Ervandoor
Omdat hij maar weg- en wegbleef, begon ik te begrijpen dat hij niet meer zou terugkeren. Natuurlijk! Zijn eenpersoons ouderschap compleet zat, was hij allang met een smoes via het magazijn van de supermarkt op straat weten komen en opgegaan in de mist van de illegaliteit.

Vertrouwenstest
Zat ik mooi met zijn kind opgescheept.
Hij had het van tevoren allemaal heel goed gezien. Wie weet hoe lang hij me had geobserveerd in dat halfuur voordat ik mijn rugzak met boodschappen was gaan vullen.
In de supermarkt was hem opgevallen, hoe aardig ik een vrouw had geholpen die niet bij de hoogste schappen kon komen. Op de manier hoe ik dat hele halfuur van boodschappen-doen uit mijn ogen had gekeken, had hij kunnen afleiden dat ik te vertrouwen was, dat ik een mens ben met het hart op de goede plek.
Ja, hij kon er rustig vandoor gaan, want ik zou mij ontfermen over zijn dochtertje, haar adopteren.

Aanbod
Het kind begon wat vaker en nu met zorg in het rond te kijken. Ik zei: ‘Nog even geduld, je papa komt zo.’
Ze bood mij het zakje met rozijntjes aan.
‘Voor mij?’ vroeg ik. ‘Dat is erg lief van je, maar ik heb al gegeten.’
Het zakje trok ze terug tot voor haar buikje. Met vochtig-glimmende vingertjes stak ze opnieuw een stel rozijntjes in haar mond.

Kassa-oponthoud
‘Kijk,’ zei ik enthousiast tegen het kind. ‘Daar staat je papa. Zie je hem?’
Hij bevond zich in de rij van kassa vier en zwaaide tegen haar. Nu zou het niet lang meer duren.
Helaas. De rij schoof niet op. De kassière leek problemen te hebben met het scannen van een pak toiletpapier. Ze haalde er een collega bij en die scheen er ook niets van te begrijpen.

Zorgzame vader
Eindelijk kwam de man onze kant op. Hij droeg een fles drinken bij zich, een of ander exotisch vruchtensap. Bij het kind aangekomen, schroefde hij de dop ervan af, nam een slok en pas toen hij die slok goedgekeurd had, gaf hij de fles aan het kind. Ze bleek flinke dorst te hebben.

Dankbaarheid
Hoe hij het in zijn stomme hoofd haalde om zijn dochtertje van nog geen vier zo maar bij een wildvreemde man achter te laten! Dat en nog veel meer had ik hem naar het hoofd willen slingeren.
Ik zei: ‘Ik heb uw terugkomst maar even afgewacht. Uw dochtertje is erg lief geweest.’
Hij knikte zoals alleen Chinezen en andere Oost-Aziaten dat kunnen doen. Met eerbied, met dankbaarheid in de fonkelende ogen en een brede glimlach.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten