woensdag 21 maart 2018

Van kort verhaal naar volwaardige roman: ‘Eksteroog’ – deel VIII B


door
Sophia Désedan


Hadden je meelezers nog meer kritiekpunten?

Een paar spelling- of taalfoutjes, een verkeerde uitdrukking. Hier en daar kon nog wel een te uitleggerig zinnetje worden geschrapt.
Een van de nieuwe meelezers had zo zijn twijfels bij de relevantie van sommige Kefaloniafragmenten, of die het verhaal wel ondersteunden.

En wat heb je d’r mee gedaan, met die laatste opmerking?
Ik heb die fragmenten nog meer in verband proberen te brengen met de hoofdthema’s van de roman.

Zoveel kritiekpunten waren d’r dus niet. Waarom heeft ‘t dan nog zo lang geduurd, voordat je je bereid verklaarde voor dit interview?

Dat komt omdat ik niet meteen en ook niet zonder onderbrekingen met de opmerkingen en kanttekeningen aan de slag ben gegaan. Op mijn beurt heb ik van de twee nieuwe meelezers elk een manuscript doorgelezen en beoordeeld. Verder heb ik de hele maand november gebruikt om mijn National Novel Writing Month roman te schrijven: ‘Gesprekken met mijn moeder.’
Pas in december kon ik echt de slag gaan met de opmerkingen van mijn drie meelezers.

En dan nog vind ik dat je d'r behoorlijk lang over gedaan hebt

Ik heb echt niet stilgezeten, hoor. Nou ja, dus wel. Achter de computer.
Nog heel wat meer zaken heb ik binnen de roman met elkaar in verbinding gebracht. Zinnen die te veel op elkaar leken en bepaalde uitdrukkingen, geëlimineerd. Daarbij ontdekte ik dat ik nogal vaak bepaalde ‘stopwoorden’ gebruikte: misschien, heel, vaak, soms, veel, dus, toch, maar en hun synoniemen. In boeken van gerenommeerde schrijvers bleken die nauwelijks voor te komen. Ook in de roman ‘De IJskoning’ en ander werk van mij kwam ik die stopwoorden tegen. Vervolgens ben ik beide romans per stopwoord ter hand gaan nemen.
Daarna het geheel nog eens doorgelezen om te zien of door al dat vele schrappen de zinnen niet opeens geforceerd overkomen. Sommige woorden moesten toch weer terug worden geplaatst.

Vreemd hoor, dat je nu pas achter die stopwoorden gekomen bent.

Afstand schept inzicht.

Leg dat eens uit?

Eerst probeer je in het verhaal te komen, vervolgens in het hoofd van je personage. Als je verhaal en je hoofdpersonage er eenmaal staan, dan ga je kijken naar de stijl, zoek je naar verbanden, voeg je verbanden toe om er echt een eenheid van te maken. Daarna is het tijd om de hele tekst strak te trekken. Je zit nog steeds bovenop de woorden. Pas wanneer je wat afstand hebt kunnen nemen van het verhaal en je hoofdpersonage, ben je in staat om de kleine onvolkomenheden als bepaalde stopwoorden te ontdekken. Nu ik me er bewust van geworden ben dat ik ze gebruik, zal ik in denk ik ook staat zijn om ze direct bij eerste herlezing lezing te schrappen. – Afstand schept inzicht.

En na die schrappingen was je dan eindelijk klaar?

Bijna, bijna. Tussen 17 en 27 februari heb ik zowel ‘Eksteroog’ als ‘De IJskoning’ in zijn totaliteit nog één keer doorgelezen. Daarbij ben ik toch nog weer een paar tegenstrijdigheden tegengekomen (ja, nu pas, want ook hier geldt: afstand schept inzicht). Die heb ik weggewerkt. Ook tijdens een laatste spellingscontrole kwam ik nog een paar spellingfouten tegen die Word tot nu toe over het hoofd had gezien. Vreemd eigenlijk…  Maar goed, beide romans zijn nu dus definitief klaar voor de uitgever.

Geloof je ‘t zelf? Over ‘De IJskoning’ heb je  zo vaak gezegd dat die klaar zou zijn voor de uitgever. En telkens weer kwam je d’r op terug.
‘t Wordt tijd om ze los te laten, Eric! Bij elke herlezing zul je weer een foutje of een punt ter verbetering ontdekken. Maar dat zal een uitgever ook doen. Dus, loslaten! Stuur die beide romans eindelijk eens op. Nu!

Gelijk heb je.

N.B.: ‘Eksteroogs diagnose’ heet tegenwoordig ‘De geschonken tijd’


Geen opmerkingen:

Een reactie posten