zondag 2 juni 2013

‘O, o!’ zegt de man.

Kijk uit!
Op een regenachtige namiddag in de zomer van 2012 haast ik mij het perron van Harderwijk op om mijn trein te halen. Tussen de mensenstroom die op mij af komt zie ik een man op zijn vouwfiets stappen. Hij klapt zijn paraplu uit, steekt die in de hoogte en wil met één hand aan het stuur er meteen flink de gang in zetten.
Ik denk nog van: Kijk uit waar je fietst! Ik kom er aan en ik wil mijn trein halen!
‘O, o!’ zegt de man. En daar gaat hij. Vlak voor mijn neus maakt hij met paraplu en fiets en al een salto mortale.

Opzij, opzij, opzij!
Ik heb nog nooit een man zo snel over de kop zien gaan. Ik heb ook nog nooit een man zo snel weer overeind zien komen. Alsof het een onderdeel van een salto mortale was. Eén vloeiende beweging. Hij zat al weer op zijn fiets, terwijl er nog mensen op weg waren om hem in zijn val te hulp te schieten.
Hij was ongedeerd. Hij had niets geleerd. Hij had haast. Meteen weer flink de gang er in zetten, dat was zijn streven. Met grote snelheid jakkerde hij met zijn voeten de fietspedalen in het rond. Amper kwam hij vooruit. Hij stond stil en dreigde opzij te vallen. Voor de tweede keer zei hij, nu minder paniekerig: ‘O, o.’
‘Ja’, zei ik. ‘Uw ketting ligt er af.’
Toen ik in de trein had plaatsgenomen, fietste de man al weer over het andere perron de straat op, Harderwijk in.
Ik hoefde mij niet te vervelen, de hele rit naar huis. Waarom had die man zo’n ongelooflijke haast? En mijn fantasie sloeg op hol. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten