maandag 13 november 2017

De National Novel Writing Month – dag 13



Totaalscore en vooruitzichten
We zijn bijna halverwege. Uit bovenstaand statistiek, afkomstig van mijn 'personal NanNoWriMo site', valt af te leiden dat ik goed bezig ben. Vanmiddag om drie uur stond de totaalscore op 25.059 woorden. Wanneer er niets tussen komt – een verkoudheid, een ontvoering of zelfs een ramp van wereldformaat, waar ik vooralsnog niet vanuit ga – zal ik zeker de 50.000 woorden halen en mijzelf aan het eind van de maand, samen met miljoenen andere National Novel Writing Month deelnemers, een winnaar mogen noemen.

Kwantiteit en kwaliteit
Ik heb het al eerder aangekaart: bij het schrijven van de National Novel Writing Month roman gaat het niet om de kwaliteit, maar om de kwantiteit.
Toch zullen lezers nieuwsgierig zijn naar wat er tot nu toe zoal aan interessants en minder interessants is geproduceerd.

Daarom hieronder het begin van de eerste alinea, zoals geschreven op 1 november:

De notities die ik in de dagen en maanden na mijn moeders overlijden heb gemaakt, ben ik kwijt en tijdens het zoeken er naar heb ik mijn rug geblesseerd. Alsof mijn moeder vanuit het hiernamaals wilde zeggen: laat toch rusten. Maar ik kan het niet laten rusten. Ik lijk te veel op mijn moeder, door haar beter te leren begrijpen, hoop ik mijzelf ook beter te leren begrijpen.

En een fragment van wat ik vandaag geschreven heb(, als monologue intérieur van mijn moeder op veertien jarige leeftijd):

Ik zit mezelf ook wel eens af te vragen waarom ik maar zo weinig eten verdragen kan, maar ik heb het er met niemand over. Mama wel. Tenminste ik verdenk haar ervan dat ze mijn slechte eetgewoontes met een van haar zussen - mijn lievelingstante nog wel - heeft besproken, want die liet zich op een middag ontvallen dat ik wel eens een beetje ijdel zou kunnen zijn, dat ik misschien wel zo weinig eet omdat ik net zo slank en knap als mijn drie zussen wil worden. Ja, ik weet het, ik ben niet de knapste. Maar ijdel?
Blij toe dat papa op dat moment niet thuis was, anders zou hij zeker weer iets uit de Bijbel hebben aangehaald, of mij en mijn drie zussen de eerstvolgende zondagmiddag rondom zijn harmonium hebben bijeengeroepen om samen een lied aan te heffen over zonde en berouw.



maandag 6 november 2017

National Novel Writing Month 2017


Dit jaar doe ik voor de zesde keer mee met de NationalNovel Writing Month. Dat betekent dat ik zal proberen een eerste versie van een roman van minstens 50.000 woorden te schrijven, en dat in dertig dagen tijd.

Was de eerste keer nog het onderwerp het leven van mijn vader, wat resulteerde in de allereerste en aller ruwste versie van ‘De Behouden Stilte’ – nu zal het gaan over het leven van mijn moeder.

Ik had al veel eerder over haar willen schrijven, een paar maanden na haar overlijden in 1996. Maar ik ben toen niet verder gekomen dan anderhalve bladzijde. Het was allemaal nog te dichtbij.

En nu is de afstand zo groot, zullen sommigen denken, dat het moeilijk wordt om al die herinneringen weer naar boven te halen.
Dat hoeft niet. Wanneer je in de tegenwoordige tijd schrijft en voor het grootste deel het principe van Show, don’t tell hanteert, heb je al veel gewonnen. Schrijven alsof je het nu beleeft.

De vooruitzichten zijn goed. Dit is nog maar dag zes en mijn manuscript bevatte gisteravond 8516 woorden. Dat is precies op schema. Dat betekent niet, even lui achterover hangen. Nee, meteen weer aan de slag.