woensdag 30 augustus 2017

Van kort verhaal naar volwaardige roman: ‘Eksteroog’ – deel VII



door
Sophia Désedan


Eén verbeterpunt uitgelicht: meer lichtheid

Pakken we de draad van de vorige aflevering van deze serie weer op. Omdat je meelezer je roman ‘Eksteroog’ nogal somber vond, ben je gaan kijken wat daaraan te verbeteren viel. Vertel.

Positieve wending aan het slot
Ja, vooral het eind vond zij naargeestig. Het heeft een tijdje geduurd, maar in een flits wist ik opeens hoe de roman een wat positiever slot te geven. Ik hoefde er slechts één laatste zin aan toe te voegen, waardoor er nog van alles mogelijk wordt voor mijn hoofdpersonage Reinier Verbriest. Maar dat ligt dus buiten de tekst van de roman, dat is aan de verbeelding van de lezer.

In Balans - meer ruggengraat
Vanuit die positieve slotzin ben ik aan de hele roman af en toe een zinnetje gaan toevoegen, waardoor de nadruk stukje bij beetje meer op de acceptatie van de ziekte is komen te liggen. Die weg naar acceptatie vormt nu samen met een ook op verzoek van mijn meelezer duidelijker weergegeven ontwikkeling van de ziekte waaraan Reinier Verbriest lijdt, een steviger ruggengraat.

In balans - meer lichtheid  I
Om meer lichtheid, een balans tussen lichtheid en somberheid te krijgen, heb ik verder nog wat meer voorvallen uit de jeugd van Reinier aan de roman toegevoegd. Grappige voorvallen en aangename ervaringen, die ook een soort toelichting vormen op hoe Reinier momenteel, als volwassene in het leven staat.

Intermezzo
Vraagt iemand om meer lichtheid in een roman, dan kijk ik allereerst naar de mogelijkheden binnen de roman zelf, naar de elementen. Wanneer je er buiten gaat zoeken, moet je er dus een element aan toevoegen, met het risico dat de roman veel te breed wordt.
Dus kijken binnen de tekst.

In balans – meer lichtheid II
In de vorige versie van deze roman staan ter wille van de lichtheid een paar scenes, waarin Reinier terugdenkt aan de vakantie die hij zeven jaar eerder samen met zijn ex vriendin Martha vierde op het Griekse eiland Kefalonia. De gedachten aan de zeegolven, de zon en de ‘aanwezigheid’ van zijn ex geven hem rust, leiden hem af van de zware dingen die hem met betrekking tot zijn ziekte te wachten staan.

Het lag allemaal zó voor de hand om dit Kefalonia-onderdeel ter wille van de lichtheid verder uit te breiden.

De Kefaloniahoofdstukken uitgelicht
Daarvoor moest ik heel wat research plegen. Pagina’s en pagina’s aan tekst plukte ik van het internet. Het meest interessante en meest relevante ervan zette ik om in eigen woorden, maakte ik geschikt voor de roman. Ik kwam uit op ruw materiaal voor vier hoofdstukken Kefalonia.

Die hoofdstukken mochten natuurlijk pertinent niet overkomen als vakantiedagboekverslagen. Vakantiedagboekverslagen horen niet in romans thuis. Nee, de Kefaloniahoofdstukken moesten met een al bestaand thema of element verweven worden.
Opnieuw hoofdbrekens.

En weer lag het plotseling zó voor de hand. Kefalonia. Dat is Griekenland. En wie Griekenland zegt, denkt aan Mythologie. Ik moest iets uit de Griekse mythologie zien te vinden, iets dat ik kon verbinden met een bestaand element of thema binnen de roman.


N.B.: ‘Eksteroogs diagnose’ heet tegenwoordig ‘De geschonken tijd’

donderdag 10 augustus 2017

Mijn alles en iedereen liefhebbende moeder – romanfragment uit ‘De IJskoning’


Beneden mij in de woonkamer bleek mijn moeders schreeuwen tegen mijn vader te zijn overgegaan in een jammerend huilen. In een razende zwaai bracht ik mijn handen naar mijn oren. Zo wil ik mijn moeder niet. Nee, ik wilde de moeder die met liefde en smaak het eten toebereidde. De moeder die op mijn vijftiende verjaardag in de lade van mijn bureau een pakje condooms had gelegd. Met een elastiekje had ze er een briefje omheen gewikkeld. Lieve Patrick. Je bent nu op een leeftijd gekomen dat je de dingen waar ik je over heb verteld zelf zult willen ervaren. Vandaar dit presentje. Je weet nu hoe het moet, dus doe het goed. Je liefhebbende moeder, Ellen.

Mijn alles en iedereen liefhebbende moeder. Ellen Vernooi-Hoogebeen. Ze zit daar diep beneden mij te janken. Maar ondertussen blijft ze geloven dat het ooit eens goed zal komen met haar, met haar man en met heel de mensheid hier op aarde. Je moet er wel iets voor doen.

Mijn moeder met teveel zorg en mysterie in haar hoofd. Te veel zorg en mysterie van vroeger. Je beweert dat je toen je een jaar of achttien was een trip had willen maken naar Goa, waar al zo veel hippies naartoe waren getrokken dat je het al bijna geen deelstaat van India meer kon noemen. Waarom ben je daar nooit geweest? Waarom ben je nooit verder gekomen dan bijna veertien jaar lang, elke zomer maar weer Joegoslavië-Joegoslavië-Joegoslavië en nog eens Joegoslavië, samen met mijn pappie en later ook met mij er bij?

Je beweert dat je in de Ban de Bom beweging gezeten hebt. Misschien was dat langer dan je lief was, want je eigen ouders hebben tegen je gezegd: ‘Jij hoort daar niet. Die atoombom heeft ons bevrijd van de Jappen. Die atoombom voorkomt een nieuwe oorlog.’ En toen ben je uit mededogen en verzet nog grotere en nog idiotere teksten op spandoeken gaan kladden. Samen met die pappie van mij. Tegen de oorlog in Vietnam. Tegen de onderdrukking in het Oostblok. Tegen alles.

Wat is er daarna van je terechtgekomen? Tegenwoordig ben je verdomme alleen nog maar donateur van Amnesty International en lid van Opzij en de VPRO-gids. Tegenwoordig zit je elke avond dertig minuten lang op de vloer van je hobbykamer met gevlochten benen te mediteren en ben je voor iedereen onbereikbaar. Fijne moeder is dat.

zaterdag 5 augustus 2017

Afscheid van Femmy


Dinsdag, 25 juli moesten wij afscheid nemen van onze collega schrijfster en goede vriendin Femmy Fijten. Eind mei was bij haar longkanker geconstateerd. Niemand kon bevroeden dat het daarna zo snel zou gaan.

Ik heb Femmy leren kennen via het Daretoo Schrijverscafé, een forum op LinkedIn. Het Schrijverscafé is er voor iedereen die iets met schrijven te maken heeft. We geven er elkaar o.a. tips, helpen bij de oplossing van een bepaald schrijfprobleem.
Sinds 2012 is er ook de mogelijkheid om elkaar korte verhaal schrijfopdrachten te geven, die dan door alle deelnemers kunnen worden beoordeeld c.q. van feedback voorzien.
Aanvankelijk gebeurde dit onder leiding van de initiatiefneemster: redacteur en schrijfcoach Marja Duin. Vanaf halverwege 2014 worden de schrijfopdrachten per toerbeurt door de deelnemers zelf gegeven en begeleid.

Een van die deelnemers was dus Femmy. Al snel schaarde zich een groepje van collega schrijvers rondom haar, waartoe ook ik mocht behoren. Samen vormden wij de harde kern van trouwe deelnemers aan de schrijfopdrachten, een harde kern die overigens gewoon blijft doorgroeien.

Misschien niet zo eens in de manier van schrijven, maar des te meer onze gedrevenheid, onze passie voor het schrijven van fictie, de vraag hoe een tekst in de meest ideale vorm te gieten, verbond en verbindt ons. Op een gegeven moment beoordeelden wij niet enkel onze invulling van de korte verhaal schrijfopdrachten, maar zelfs hele romans. Zo mocht ik dat samen met een van de andere schrijversgroepsleden doen voor Femmy’s tweede Indië roman ‘Vaarwel Soerabaja.’

Voor die harde kern van trouwe deelnemers aan de schrijfopdrachten kwamen de ziekte en het overlijden van Femmy als een schok. Ook ik voel mij door dit verlies persoonlijk geraakt. Niet alleen omdat zij de meelezer en grote beoordelaar was van mijn roman ‘De IJskoning.’

Femmy was met haar sprankelende persoonlijkheid een gedreven mens. Vol passie. Nog in haar laatste weken was zij bezig met het vervolmaken van haar derde Indië roman, die zeker ook gepubliceerd zal worden door haar uitgever.
Ook wilde ze nog graag mijn roman ‘Eksteroog’ lezen, ondanks het feit dat het over de ontwikkeling en verwerking van een ongeneselijke ziekte gaat.
Femmy heeft hem niet meer kunnen lezen. Op de avond dat ik meende dat hij goed genoeg was om hem naar haar op te sturen, ontving ik het bericht dat zij de dag ervoor was overleden.

Ik ben erg dankbaar dat ik haar via het Schrijverscafé heb mogen leren kennen en ook een paar keer persoonlijk heb mogen ontmoeten. Alle deelnemers aan de schrijfopdrachten hebben mij zelfverzekerder gemaakt. Maar Femmy… Na de boekpresentatie van ‘Vaarwel Soerabaja’ brachten zij en haar man mij in hun auto terug naar het treinstation. Tijdens de rit kwam ook ‘De IJskoning’ ter sprake. ‘Prachtig! Prachtig!’ zei ze. ‘Wanneer stuur je hem op naar een uitgever? De boekenmarkt trekt weer aan, hoor.’

‘Prachtig.’ Dat kan ik ook veel van haar verhalen en vooral van haar drie Indië romans zeggen. Maar misschien is het woord ‘aangrijpend’ meer op zijn plaats. Femmy’s Indië romans verdienen meer aandacht. Veel meer. Want er wordt nog te veel gezwegen over wat er in de jaren 1942-1949 in het voormalig Nederlands-Indíë is gebeurd.

Wij koesteren Femmy in onze herinnering. Het besef dat ze er niet meer is, neemt met de dag toe. Er zijn van die momenten dat ik onwillekeurig bij haar stil sta, bijvoorbeeld wanneer ik op mijn website of op het Schrijverscafé stuit op een opmerking van haar. Wij zullen dat erg gaan missen, haar opmerkingen, maar vooral toch ook haar inspirerende en sprankelende persoonlijkheid.