maandag 15 september 2014

Ninakwamnie – deel XII

Reeks over een Nina Hagen concert dat op 23 mei werd afgelast en dat daardoor bij mij allerlei herinneringen opriep.

Een allegaartje als epiloog

Inleiding
De vakanties zijn voorbij. Het wordt tijd om te stoppen met deze Ninakwamnie reeks. Het wordt tijd om terug te keren naar waar het op deze site werkelijk om gaat: verslag doen van mijn vorderingen op het gebied van het schrijven van verhalen, novellen en romans.

Definitief Afgelast
Het is ook tijd om met deze Ninakwamnie reeks te stoppen, omdat ik vorige week een paar uur lang behoorlijk ontstemd ben geweest. Afgelopen dinsdag ontving ik het bericht dat er geen vervangende datum is gevonden voor het op 23 mei afgelaste Nina Hagen concert in Hengeloos’ poppodium Metropool.

Gewetensnood
Verder is het tijd om te stoppen omdat ik in gewetensnood ben geraakt.
In 'Ninakwamnie - deel III' had ik beloofd, mijn jeugdvriend Hans op een later tijdstip nog eens uitvoerig aan het woord te laten. Volgend op mijn Nina Hagen concertverslag van twee weken geleden, zou nu deze belofte ingelost moeten worden. Maar wat blijkt? Ik krijg geen woord op papier dat ik hier op deze plek voor publicatie geschikt acht. 

Privacy
Tot nu had ik er weinig moeite mee om iemand uit mijn omgeving fictief op te voeren in een verhaal, novelle of roman. In een verhaal, novelle en roman kun je zo’n persoon en de gebeurtenissen daaromheen volledig naar je hand lichten, en wel zó dat niemand de persoon in kwestie zou kunnen herkennen. Zelfs de persoon in kwestie zelf zou zich niet meer herkennen. Conclusie: privacy gewaarborgd. 

Wat als?
Maar hoe pas je dit toe in een blog, als je je voorgenomen hebt daarin zo veel mogelijk de waarheid te schrijven? En wat als datgene wat je wilt schrijven, behoorlijk diep gaat? En wat als de persoon over wie je wilt schrijven niet meer in leven is en zich dus niet kan verweren? En wat als blijkt dat datgene wat je voor ogen hebt om te schrijven, allerlei herinneringen bij je oproept, herinneringen die je nog steeds persoonlijk aangrijpen? 

Een roman waard
In mijn vorige blog schreef ik dat mijn vriendschap met Hans een roman waard is en dat die roman er misschien ooit nog eens zal komen.
Eerlijk gezegd: voor 3/4e is die roman er al. In zijn eerste versie. Ik heb die in drie etappes geschreven tijdens de  National Novel Writing Month van 2009, 2010 en 2011.
Het heeft mij heel wat opgeleverd: een meer afstandelijke kijk op de gebeurtenissen en een beter zicht op de drijfveren, de kwaliteiten en tekortkomingen van alle betrokkenen, inclusief die van mijzelf. .

Onvoltooid
Maar het is niet zo maar dat ik het schrijven van het vierde deel heb uitgesteld tot de dag van vandaag. Dat vierde deel gaat over de laatste jaren van Hans. Daarin krijgt ook het Nina Hagenconcert van 2001, waarover ik in mijn vorige blog schreef, een plek.

‘Ave Hans’
Hier op deze plek was ik van plan geweest, verslag te doen van de uren na dat Nina Hagenconcert. In een volgende blog zou ik dan een ‘Ave Hans’ willen schrijven, een soort hommage.
Maar voor beide blogs kreeg en krijg ik dus om bovengenoemde redenen geen woord op papier dat ik hier geschikt acht.

Een klein requiem
Een ‘Ave Hans’ had hier op deze plek wel goed gepast. De Ninakwamnie reeks is vrij associatief ontstaan. Naast mijn passie voor een rock diva, werd het als vanzelf een klein requiem voor een paar mensen uit mijn omgeving die niet meer in leven zijn: mijn moeder, Hans en ook een andere vriend: Frans, met wie ik mijn laatste concert van Nina Hagen heb bijgewoond.

Het vijfde Nina Hagenconcert
Tijdstip: 1 oktober 2009. Plaats: Enschede. Locatie: Atak. Over dit concert kan ik kort zijn. Terwijl Nina Hagen zich van te voren verontschuldigde dat ze verkouden was en er waarschijnlijk weinig van zou bakken, bleek zij in topvorm. Ook Frans, die haar slechts van haar eerste twee elpees kende en die van het concert in Atak niet zo veel had verwacht, eigenlijk alleen maar voor de gezelligheid was meegegaan, vond het een goed optreden. ‘Maar,’ voegde hij er aan toe, ‘ze is wel oud geworden.’

Epiloog op de epiloog
En daar gaan we weer. Ik zou zó een blog kunnen schrijven over Nina Hagen en ouder worden. Ik doe het niet. Ik stop met deze Ninakwamnie reeks. Anders blijf ik maar doorgaan met associëren en herinneringen ophalen. Nee: het wordt tijd om weer te schrijven over het schrijven. Wat zeg ik? Ik ben al begonnen.
En misschien? Misschien moet ik in november weer mee gaan doen met de National Novel Writing Month. Het vierde deel van die roman schrijven. Al was het alleen maar om vijfentwintig jaar vriendschap eens goed af te kunnen sluiten. 

dinsdag 2 september 2014

Ninakwamnie – deel XI

Reeks over een Nina Hagen concert dat op 23 mei werd afgelast en dat daardoor bij mij allerlei herinneringen opriep.

Schritt für Schritt ins Paradies

Verjaardagscadeautje
Het vierde concert van Nina Hagen beleefde ik juli 2001 in het Oost-Friese Leer. Het was een verjaardagscadeau van mijn jeugdvriend Hans, waar ik hem nog steeds erg dankbaar voor ben. Hij heeft ook voor vervoer gezorgd. Ferdi.* Die was als enige in Hans’ vriendenkring op dat moment in het bezit van een auto.
Gedrieën vertrokken wij vanuit het dorp waar ik ben opgegroeid en waar ik toen al negentien jaar niet meer woonde, maar waar ik nog regelmatig kwam om Hans en mijn moeder, die sinds ’82 een dorpje verderop in een bejaardentehuis zat, te kunnen bezoeken. Nadat zij was overleden in 1996 kwam ik iets minder vaak in het dorp van mijn jeugd. Waarom? Als ik hierover zou beginnen… Dat is een heel ander verhaal, een roman waard. Misschien komt die er ooit nog eens.

Doodsangst nummer I: De Duitse snelweg op
Het was drukkend warm die dag. Misschien lag het aan de warmte dat ik in paniek raakte toen Ferdi een paar kilometer voorbij de grens van Bourtange de oprit naar de snelweg nam. Ik wist zeker dat hij op de linker weghelft zat.


‘Stop!’ riep ik. ‘Keer om! Je bent een spookrijder, straks zit je onder een vrachtwagen en dan zijn we hartstikke dood!’
Hans, die vaker dan ik bij mensen in de auto over Duitse wegen meegereden was, kalmeerde mij op zijn nuchtere toon. Ik schaamde mij een beetje. Dat ik me zo had laten gaan. Hij draaide zich om naar mij, ik die zoals gewoonlijk altijd op de achterbank zat als we samen reisden omdat hij voluit met de bestuurder wilde spreken. Hij zei: ‘Je bent een beetje zenuwachtig, hè? Dat je haar weer te zien krijgt, je Nina Hagen?’

Ostfriesische Gemütlichkeit
Toen wij in Leer aangekomen waren en uitstapten, was het nog steeds drukkend warm. We liepen van de parkeerplaats af richting Zollhaus, een uit rood baksteen opgetrokken Negentiende Eeuws fabrieksachtig gebouw, waarin het concert van Nina Hagen zou plaatsvinden.
De concertzaal was lang en hoog met veel oud hout. Achteraan had het een bar met krukken die de zaal in stak. Vooraan, nee het was overal al tamelijk vol. Het viel mij op dat wij moeiteloos tussen de mensen naar voren konden lopen voor een geschikte plek. Wat mij ook opviel was de hoeveelheid ruimte die de mensen elkaar lieten. En toen het echt vol was geraakt, kreeg je nog steeds de ruimte om een stap opzij, naar voren of naar achteren te doen.
Links en rechts hingen aan de wanden posters van Nina Hagen. Ik zei tegen Hans en Ferdi: ‘Als het concert afgelopen is, moeten we er voor zorgen dat we op zijn minst er eentje van te pakken krijgen.’

De concertaanvang
De lampen dimden, de muzikanten verschenen op het podium en zetten een nummer in. Een nieuw nummer, maar toch meende ik het te herkennen. Ja, het was een cover van de Duitse groep Ton, Steine, Scherben, ik had het zelf op plaat: Schritt für Schritt ins Paradies. Hans kende het nummer ook. We raakten enthousiast.
Nina Hagen begon te zingen. Zonder dat zij op het podium verscheen. Logisch, want de eerste regels van het nummer luiden: ‘Je hoort mij zingen, maar je ziet mij niet. Je weet niet voor wie ik zing, maar ik zing voor jou.’


Wie zo een concert begint, heeft in de eerste seconde de mensen mee en kan zonder schroom het podium opstappen, een podium huiselijk gemaakt met tapijt, sofa en schemerlamp.

Het concert samengevat
Alleen die verdraaide hitte. De kleren begonnen je aan het lijf te plakken, eerst onder je oksels, daarna aan je rug, je borstkas, buik en ten slotte je benen. Links en rechts werden de nooduitgangen geopend om voor wat verkoeling te zorgen. Ook bier zorgde enigszins voor verkoeling. Arme Ferdi. Die mocht zichzelf koel houden met spa rood.
Van die hitte scheen Nina Hagen geen last te hebben. Zij gaf zich honderd procent. Het was het beste en het mooiste concert dat ik van haar heb gezien. Ze zong goed, ze deed vriendelijk en relaxed, niet meer zo theatraal als tijdens eerdere bijgewoonde concerten. Ze speelde thuis, in eigen land. Lag het daaraan? Of had ook zij iets van die Ostfriesische Gemütlichkeit geproefd?

Het concertverloop
Na Schrit für Schrit ins Paradies volgden er tussen haar eigen nummers door nog meer covers. My Sweet Lord van George Harrison, I’m a Believer van de Monkees, Good Vibrations van de Beach Boys. Uiteraard veel werk van haar in februari 2001 verschenen album ‘Return of the Mother’, waaronder – al weer een cover - Der Wind Hat Mir Ein Lied Erzählt, in de jaren veertig van de vorige eeuw bekend geworden door Zarah Leander.
Ook bracht zij traditionele Hindoemuziek ten gehore. Chanties, zeg maar mantra’s, waarbij ze zichzelf begeleidde op een Indiaas harmonium.
Toen de laatste tonen van de laatste toegift geklonken hadden, was het uitkijken naar de Nina Hagen posters aan de zijwanden. Maar die waren al weg.

Doodsangst nummer II: De grijsblauwe nacht in
Op weg naar huis, voldaan en tevreden, Hans en ik een beetje roezig van het bier en Ferdi als bestuurder van zijn auto zo nuchter als maar kon. Ik vond hem een beetje stil. Opnieuw begon ik doodsangsten uit te staan. Met een behoorlijke snelheid op een kaarsrechte weg naderden wij een scherpe bocht naar links. Even dacht ik dat Ferdi bezig was in te dutten. Naast hem leek Hans ook niets door te hebben. Dat voor ons was geen weg die opging in de grijsblauwe nacht. Wanneer Ferdi niet binnen een minuut zou afremmen om die bocht te kunnen nemen, dan zouden wij regelrecht te pletter slaan tegen twee grijsblauwe sluisdeuren.
Ik had nog geen zin in het paradijs. Kalm en beheerst zei ik: ‘Zeg, Ferdi, zou je niet eens afremmen? Je moet zo meteen nog de bocht om.’
‘O ja,’ zei hij.

* U zult begrijpen dat Ferdi een pseudoniem is om de persoon in kwestie zo veel mogelijk in zijn privacy te beschermen.