woensdag 23 mei 2018

Van kort verhaal naar volwaardige roman: ‘Eksteroogs diagnose’ – deel X


Afgewezen droomfragment

Gooi niets weg
Met name om de vaart en de spanning er in te houden, zijn er in de loop der jaren uit de roman Eksteroogs diagnose’ heel wat overbodige woorden en zinnen, ja zelfs hele lappen tekst verwijderd.

Uit een enkele zin zou een heel nieuw verhaal kunnen voortvloeien. En die hele lappen tekst zouden na kleine aanpassingen als zelfstandig verhaal door het leven kunnen gaan. Mits zo’n verhaal niet te veel lijkt op de roman waarin hij geboren is.

Bestaansrecht
Uit ‘Eksteroogs diagnose’ is een lap tekst verwijderd die m.i. wel interessant is, maar die geen bestaansrecht heeft. Hij lijkt te veel op een scene uit die andere roman, ‘De IJskoning.’ De woorden en de zinnen zijn anders, maar de situatie is bijna identiek.

In 2009 besloot ik voor de tekst van ‘De IJskoning’ te kiezen. Vanaf dat moment kon die van ‘Eksteroogs diagnose’ alleen nog in een blog als voorbeeld dienen van een verwijderd fragment.

Bij deze.


Voorbeeld 
Een langzaam schuin naar beneden hellende gang met rechts vooraan een spiegel, waar overheen een laken is gehangen. Het laken beweegt op de stroming van de lucht, er moet ergens een deur open staan. Ja, achter mij. Het daglicht komt door een kier naar binnen vallen, het licht van een zomerse dag.

Knerpend grint. Voetstappen. Er verschijnt een vrouw die de deur verder opent en met twee kinderen voor zich naar binnen stapt. Het is Wenneke. Ze geeft Ronny en Rianne een zetje. Eerst willen ze niet, maar dan maken ze zich van haar los en beginnen ze giechelend op haar schaduw te trappen. Janet zegt dat ze daarmee moeten ophouden, maar ze trappen steeds harder op haar schaduw, die bij elke stap die ze verder in de gang doet als maar langer wordt.

Tegenover de spiegel is een deur. Ze wil aankloppen, maar haar wordt al opengedaan.

Een donker vertrek, de raamgordijnen zijn gesloten. Ook hier bevindt zich een toegedekte spiegel. In het midden staat een bed. Er ligt iemand op. Alleen stukjes van zijn broekspijpen en colbert zijn te zien, er zijn mensen om dat bed heen gedromd. Een man met een amechtige borst, een vrouw met een driedubbele onderkin, een man met krukken, een vrouw in een paarse jurk, een man met een ringbaardje en een wrat naast zijn neus.

Ik stap tussen hen door en meng mij tussen Dolf en Evelien met hun baby en Peter en Annet met hun baby die nog met de navelstreng zijn verbonden met de moederbuik. Het bed stinkt. De dekens voelen vochtig aan. Er zit vast schimmel in, ik ruik paddenstoelen.

Aan de andere kant van het bed staat Hubert. Hij buigt zich over de persoon die daar ligt heen en ik hoor hem fluisteren: ‘Ga maar. Ga naar het licht.’
Die persoon die daar ligt, dat ben ik.

Op de gang slaat de buitendeur dicht en de spiegel zowel in de gang als hier in deze ruimte vallen aan gruzelementen.

(scene uit Hoofdstuk 60. Een aangenaam, vloeibaar en warm licht)

N.B.: ‘Eksteroogs diagnose’ heet tegenwoordig ‘De geschonken tijd’

donderdag 10 mei 2018

Van kort verhaal naar volwaardige roman: ‘Eksteroogs diagnose’ – deel IX


De grootste angst van iedere pc-schrijver

Vervolmaking
De afgelopen maand ben ik o.a. bezig geweest met het vervolmaken van de synopsissen van ‘Eksteroogs diagnose’ en ‘De IJskoning’. Ik was van plan beide romans tegelijkertijd naar verschillende uitgevers op te sturen. Ook heb ik in de afgelopen maand gewerkt aan een begeleidend schrijven voor elk van die uitgevers. Op maandag 30 april was ik met deze bezigheden bijna klaar. En wat gebeurt er? Mijn computer springt op zwart.

Verdwazing
Met een knal, als van een springende gloeilamp. Mijn bureaulamp bleek het ook niet meer te doen, in heel de woonkamer was geen stroom. Ik werd omgeven door een intense stilte, alsof de wereld was vergaan.
Ik keek naar buiten. Waarom eigenlijk? Ik verwachtte een stroomstoring in de wijk. Maar daarvoor hoef je op klaarlichte dag niet naar buiten te kijken. Op klaarlichte dag branden er geen straatlantaarns. En de overburen hadden ook geen lamp branden, want daar scheen de zon recht naar binnen.
Het naar buiten kijken was puur een vorm van verdwazing. Mijn verstand wist wel dat het mijn computer was, maar mijn gevoel hoopte op een andere oorzaak.
Verdwaasd bleven verstand en gevoel uiteindelijk bij hetzelfde hangen: als mijn bestanden en vooral mijn verhalen, novellen en romans, waar ik in de afgelopen jaren zo veel energie in heb gestopt, maar niet verloren zijn gegaan. De angst van iedere pc-schrijver.

Ontnuchtering
In de gang bleek ik ook geen stroom meer te hebben. Het licht in de badkamer deed het nog wel. In de meterkast in de gang frummelde ik wat aan schakelaars, en toen had ik overal weer stroom. Verderop, in de woonkamer, hoorde ik de printer zichzelf opstarten.
En mijn computer? Wat ik ook probeerde, die bleef dood.

Verlies
Mijn ICT-man gebeld. Om kort te gaan: vijf dagen later stond er op mijn bureau een gloednieuwe computer.
En de bestanden van de ouwe: zijn er geen verloren gegaan?
Uiteraard beschik ik over een externe harde schijf voor back-ups. Die was de avond voorafgaande aan de crash nog om 23:00 uur geactualiseerd. In afwachting van mijn nieuwe computer was ik er maar vanuit gegaan, dat daar niet de kortsluiting in had huisgehouden.
Nog zo’n angst van de pc-schrijver. Honderd ICT-mannen en –vrouwen kunnen mij vertellen dat de kans op een van een computer naar een externe harde schijf ‘doorgeslagen kortsluiting’ 0,1 % is - ik als halve digibeet blijf die angst in mijn hoofd en maag voelen, tot ik met eigen ogen heb gezien dat alles behouden is gebleven.

Urenverlies
Waar het mij speciaal om ging, waren de laatste twee uur vóór de crash. Juist in die uren was ik bezig geweest met een voor een bepaalde uitgever bestemde synopsis, die telkens net een regel over het toegestane aantal bladzijden heen ging. Daar heb ik intensief aan zitten sleutelen, om precies te zijn aan één enkele zin, om een antwoord te krijgen op de vraag: hoe krijg ik dezelfde hoeveelheid informatie met een regel minder aan tekst? Het was me nog gelukt ook.
Een kwartier later sprong dus mijn computer op zwart, en hevig verontrust kon ik me niet meer herinneren of ik in dat laatste kwartier wel tussentijds had opgeslagen.

Geruststelling
De back-up van de externe harde schijf bleek niet te hoeven worden aangesproken. Alle bestanden van de oude computer konden zonder problemen naar de nieuwe overgeheveld worden. En alles stond er op, inclusief mijn laatste synopsisverbetering.
Ik kan weer verder.

N.B.: ‘Eksteroogs diagnose’ heet tegenwoordig ‘De geschonken tijd’