dinsdag 6 augustus 2013

Moe blijven in de stiltecoupé.

Nooit meer jaar in jaar uit elke dag een stuk of vijf-zes hyper korte e-mails van jou ontvangen en daar dan meer dan  fanatiek op reageren.

Omdat ik een heel weekend nog niet zijn mailtjes had beantwoord, schreef hij: ‘Steiners stilte is letterlijk oorverdovend.’
Hieronder het eindresultaat van mijn reactie:

Oudere dame en heer
Ik was zaterdagochtend aan het uitslapen van een hele week hard werken en vooral vanwege een oudere dame en een denk ik nagenoeg even oude heer.
Die zaten afgelopen vrijdagmiddag in een overvolle stiltecoupé uitvoerig te keuvelen over de voordelen van Zen meditatie in een klooster.
‘Daar word je niet afgeleid door allerlei geluiden,’ zei de vrouw.
‘Ja,’ zei de man, ‘zo’n klooster heeft hele dikke muren en de monniken zeggen er ook niet veel. Je kunt er heerlijk tot rust komen.’

Ik niet in deze stiltecoupé.

Met je neus er bovenop
Van het een op het ander begon de vrouw over het station waar ze was ingestapt. Daar was een trein met grote snelheid aan voorbij geraasd.
‘Je had maar een kleine moeite hoeven te doen,’ beweerde ze. ‘Of daar niet iets tegen gedaan kan worden? Tegen die, die – nou, je weet wel: mensen die er een eind aan willen maken?’
Ze giechelde er een beetje bij.
Ze had ook een oplossing. ‘Kan de NS geen hekken plaatsten aan de rand van zo’n perron? Hekken die automatisch uit de grond omhoog komen als zo’n trein in aantocht is?’
De man schudde zijn hoofd en begon plastisch uiteen te zetten dat voor de trein springen een snelle dood was en dat er niet veel van je over bleef.
‘Je moet er maar met je neus bovenop hebben gezeten,’ knikte de vrouw. ‘Krijg je vast slapeloze nachten van. Gigigi.’

Broken Hearted People
Fel keek ik hun kant op. Maar dat hadden ze niet door. Ik nam een hap lucht en wilde zeggen: ‘Dat u zit te praten in een stiltecoupé, dat is nog tot daar aan toe. Maar het onderwerp. Kunt u daar misschien een beetje rekening mee houden? En alstublieft wat meer respect voor mensen die het niet meer zien zitten.’

Daarbij dacht ik aan de Rolling Stones. Dat laatste nummer van Beggars Banquet: ‘Salt of the Earth’, waar ik - zo bleek later - een eigen draai aan had gegeven:

Lets Drink to the Broken Hearted People.

Maar ik had niets te drinken bij me. En we konden ook nergens mee klinken, of we zouden ons tevreden moeten stellen met pantomime. Zou ook netter gepast hebben in een stiltecoupé.

Vlot geklede meisjes
Er iets van zeggen? Dan zou ik ook die vlot geklede meisjes van een jaar of zestien ter verantwoording moeten roepen. Die zaten een eindje verderop en hadden ook niet door dat ze zich in een stiltecoupé bevonden. Over meerdere zetels verspreid en niet vlak bij elkaar lieten ze hun glasheldere stemmen over en weer gaan. Glasheldere stemmen vol vakantievreugde en wat-trek-ik-in-vredesnaam-vanavond-aan-blues.

‘Gigigi’ deed de vrouw.

Waardeverlies in overvolle tijden
Ik heb mijn mond gehouden, want ik voelde mij opeens een oude man. Wat had ik in te brengen tegen dat jonge grut? En wat had ik de oudere dame en de denk ik nagenoeg even oude heer te verwijten? Het was tenslotte een overvolle trein. Dan schijnen de duidelijk zichtbare opschriften dat het hier om een stiltecoupé gaat opeens hun waarde verloren te hebben.


Nog maar een enkeling.
Misschien vinden sommige mensen stiltecoupés ook wel regelrechte onzin. Misschien zetten stiltecoupés mensen aan tot provocatie, rebellie. ‘Al die regels en regeltjes.’
Nog maar een enkeling verdwijnt tegenwoordig naar het balkon wanneer in een stiltecoupé zijn of haar mobieltje gaat.

Wie?
Wie gaat er nu in een stiltecoupé uitgebreid zitten what’s appen met geluid aan?
Wie gaat er nu in een stiltecoupé zitten met tegen zijn oren een koptelefoon geplet die op tien staat?
Wie gaat er nu in een stiltecoupé een half uur lang het ene na het andere artikel uit de Metro of de Spits zitten scheuren?
Wie gaat er nu in een stiltecoupé uitgebreid van gedachten wisselen?
Ik weet het antwoord!
Dat zijn de mensen die o zo graag opgenomen willen worden in een blog van mij.

En ik?
Had ik maar geen schrijver moeten worden. Misschien waren dan al deze dingen mij ook niet opgevallen en had ik rustig een uurtje kunnen dutten in een overvolle en lawaaierige stiltecoupé.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten