dinsdag 13 mei 2014

Als ik een goed boek wil lezen, dan schrijf ik er een

Zo’n opmerking grenst een beetje aan grootheidswaan. Het heeft wel iets weg van Mulisch pedanterie. Mulisch – Harry Mulisch, u weet wel: dat was die schrijver die beweerde dat hij altijd een boek weggooide, wanneer hij er zelf eentje voltooid had.
Bij mij ligt het anders.

Het liefst lees ik een boek zoals ik er zelf een zou willen schrijven. Tijdens het lezen van zo’n boek verzucht ik echter regelmatig: dit niveau zal ik onmogelijk kunnen halen.
Na zo’n verzuchting lees ik wel door, en niet alleen uit zelfkwelling. Diep in mijn hart ben ik een beetje naïef. Diep in mijn hart hoop ik tegen beter weten in dat ik ooit toch eens…O, als de Muze het mij  toestaat?

U leest het: als schrijver zit ik vol faalangst. En om dat een beetje de kop in te drukken, blijft je niet veel anders over dan jezelf op te pompen met moed. En hoe doe je dat in mijn geval het beste? Door de overdrijving.

Ja, als ik een goed boek wil lezen, dan schrijf ik er een. Ik ben een bescheiden mens die meer kan dan hij zelf denkt. Dat is mij meermaals verweten.

Ik ben een perfectionist. De kans is groot dat ik eeuwig door zal blijven gaan met schrappen, toevoegen en herschrijven, in de hoop dat ik ooit eens het niveau van mijn favoriete schrijvers zal mogen halen. Het niveau van Machado de Assis, Multatuli, Franz Kafka en Sándor Márai. Want wenst u het allerhoogste in de literatuur te bereiken, dan zult u zich moeten meten met deze goden en kunt u niet volstaan met de mindere.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten