maandag 24 februari 2014

De intelligentie van vrouwen

In ‘De IJskoning’ wordt er tussen mijn hoofdpersonage Patrick Vernooi en zijn kameraad Caspar van Blokland nogal wat getheoretiseerd over de verschillen tussen mannen en vrouwen. In het verhaal heeft dit een functie, die ik hier niet zal verklappen. Wat ik hier kwijt wil, is dat je met getheoretiseer in fictie spaarzaam moet omgaan. Het geringste getheoretiseer staat al de loop van de gebeurtenissen in de weg.
In de voorbije jaren heb ik telkens weer heel wat fragmenten met getheoretiseer uit de ‘De IJskoning’ verwijderd. Hieronder staat zo’n fragment:

‘Zonder oog voor detail krijg je geen raket van de grond, Caspar.’
‘Daarom zitten er nu juist ook zo veel vrouwen bij de NASA.’
‘Ik geloof toch echt dat de NASA een typische mannenwereld is. Zoals bijna alle technische instellingen.’
‘Dan zijn die mannen getraind door vrouwen. Mannen hebben die specifieke intelligentie die alleen vrouwen hebben, nodig. Ze hebben een scherpzinnigheid ontwikkeld, vanwege duizenden jaren van mannelijke onderdrukking. Die scherpzinnigheid heeft een negatieve en een positieve kant. Ze zien in één oogopslag dat een knoop van je overhemd los zit. Ze kunnen je echter ook vertellen, welke stappen je moet nemen om zonder brokken de top van een berg te kunnen bereiken. Met die loszittende knoop verliezen ze zich in futiliteiten. Maar met hun routebeschrijving naar de top van de berg, hebben ze de macht in handen zonder dat ze dat zelf doorhebben. Mannen en vrouwen: ze zouden elkaar fantastisch kunnen aanvullen. Er is slechts één probleem: de eeuwige strijd tussen de seksen. Stel nu dat ze duizend jaar geleden hadden geprobeerd om op te houden man en vrouw te zijn, dat ze toen begonnen waren om gewoon mens te worden. Dan waren we nu al op een planeet geweest die op de aarde lijkt.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten