Tijdens het schrijven an sich bevind
ik me vaak in een roes. Überhaupt is het hele proces van het eerste woord tot de laatste versie een verslaving. En wat is er mooier dan plezier te beleven aan
een verslaving waar je, als je verder goed voor jezelf zorgt, niet aan ten
onder hoeft te gaan?
Alles begint met de voorpret. De vonk: een voorval, een
beeld of een geluid, een geur. Je fantasie is geprikkeld en zal je nog vele
keren in een roes dompelen.
Het plezier dat je vervolgens aan het schrijven
zelf mag beleven.
Wanneer je eenmaal in de flow zit, soms niet meer weet
waar je zin zal eindigen terwijl het allemaal gewoon door gaat.
Wanneer je
exact op dat ene moment je een voorval herinnert dat naadloos aansluit op de
zo even door jou neergezette zin die niets met dat voorval te maken heeft.
Wanneer
elk geschrapte zin de kiem blijkt te van een nieuw verhaal.
Wanneer na een
hoop geschift en geschuif de losse draadjes aan het eind van je roman zich
verstrengelen in één grote onthullingsknoop.
Wanneer je met voldoening mag
zeggen: het is volbracht.
En al
weet je dat je roman ondanks de vier, vijf, zes – twintig versies die hij heeft
ondergaan, nog ontelbare gebreken zal hebben en dat je hem na een jaar
waarschijnlijk toch weer ter hand zult nemen: je mag er trots op zijn. Jij hebt
iets gepresteerd. Je hebt een boek geschreven en het boek heeft jou wijzer
gemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten