donderdag 20 juli 2017

Van kort verhaal naar volwaardige roman: ‘Eksteroog’ – deel VI


door
Sophia Désedan 

De plus- en verbeterpunten volgens de meelezer
&
Fase 5

In deel I van deze serie vertelde je dat 't schrijven aan de roman 'Eksteroog' in vier fasen op te delen valt en dat er naar aanleiding van opmerkingen van je meelezer nog een vijfde fase noodzakelijk was. Ik neem aan dat je daarmee inmiddels bent begonnen?

Inderdaad. Met een kleine onderbreking van een maand, ben ik daar vanaf februari mee bezig. En misschien zal het je verheugen: ik ben er bijna mee klaar.

Dat is geweldig!
Voordat je me meer over die fase 5 vertelt, wil ik graag van je weten wat je meelezer tot nu toe van je roman gevonden heeft. Misschien worden dan lezers op deze blog nog nieuwsgieriger naar je roman en zullen ze hem misschien wel kopen, als ie eenmaal in de boekhandel ligt.

Dank je. Mijn meelezer heeft ‘Eksteroog’ drie keer in twee verschillende versies gelezen. De eerste versie stuurde ik november 2015 naar haar op en besloeg 162 pagina’s. De twee telde na verwerking van haar verbeterpunten 205 pagina’s en over de inhoud daarvan had ze februari dit jaar aan pluspunten min of meer hetzelfde te melden als over de 162 pagina’s versie.

Ze vond de stijl bijzonder en origineel. Ze kende niemand die zo ‘met zulke fijnzinnige details.’ schrijft. ‘Zintuiglijk, alle zintuigen komen aan bod,’ schreef ze. - Sorry, ik vind het eigenlijk een beetje ongepast om zo mijn roman de hemel in te prijzen.

Nee, ga door, ga door. Niet zo bescheiden, Eric!

Nou ja, verder kon ze de indeling in kleine hoofdstukken en de wisseling van scenes thuis, bij vrienden en in het openbaar vervoer en de dromen nogal waarderen. Vooral de scenes van mijn hoofdpersonages in de rol van antiquair vond ze ‘ongelooflijk boeiend.’
Ze ervoer de roman ook als aangrijpend. En omdat het over een ongeneselijke ziekte gaat, nogal somber en beklemmend, het einde zelfs naargeestig. Ook na mijn aanpassingen in fase 4 vond zij dit nog steeds.

En zo komen er op de verbeterpunten voor fase 5. Welke waren die zoal?

In de tekst zelf had ze ca. 120 punten van verbetering. Die hadden betrekking op vage omschrijvingen, scenes op de verkeerde plek, woordvolgorde, en een paar overbodige woorden, omslachtigheden of taalfouten. En op personages die wat vaker mogen terugkeren, omdat ze anders niet bij de lezer blijven hangen.

Vanwege de spanningsopbouw had ik nogal wat zaken pas verderop of zelfs aan het eind van de roman uiteengezet. Mijn meelezer wilde graag dat ik een aantal van die zaken meer naar voren zou plaatsen. Dan raken ze je als lezer ook eerder, is de lezer eerder met het hoofdpersonage betrokken. Die betrokkenheid kreeg mijn meelezer eigenlijk pas echt op eind van de roman.

Verder liet ik nogal wat onbeschreven. Ze zag ze graag dat ik wat meer de gevoelens van mijn hoofdpersonage invulde. Het principe van Show don’t tell’ bleek hier niet te werken.
Ook meer uitwerking verdienden volgens haar o.a. het verloop van de ziekte en de relatie van mijn hoofdpersonage met zijn arts.

Dat ze de roman nogal somber en op het eind naargeestig vond, baarde mij extra zorg. Hier en daar geniet mijn hoofdpersonage. Mijn meelezer had graag gewild dat hij nog wat meer plezier aan zijn leven zou beleven. Dat zou ook de lezer wat lucht geven.

Maar een roman mag toch wel somber en naargeestig zijn? Vooral wanneer 't gaat over een ongeneselijke ziekte?

Dat vond ik aanvankelijk ook. Maar elke opmerking, elke suggestie van mijn meelezer neem ik serieus. Ik zal er altijd mee gaan experimenteren. En daar vertel ik je de volgende keer meer over.


N.B.: ‘Eksteroogs diagnose’ heet tegenwoordig ‘De geschonken tijd’



2 opmerkingen:

  1. Daar ben ik het mee eens, een naargeestig eind.... ik zou daar niet op zitten wachten, maar dat is mijn aard . Ik wil een boek neerleggen met een goed gevoel plus een positieve gedachte.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Annemarie, hier alvast een tipje van de sluier. Ik heb de roman nu heel bewust naar de acceptatie van de ziekte toe geschreven en de laatste zin is er zelfs een van hoop, op zijn minst verzoening.

    BeantwoordenVerwijderen