woensdag 22 januari 2014

‘De IJskoning’ en de perfecte roman.

Doodslag
Over streven naar perfectie in een roman heb ik het al eens eerder gehad. De perfecte roman is niet te schrijven, was mijn conclusie toen. Daar sta ik nog steeds achter. Op een gegeven moment moet je gewoon stoppen, anders sla je de roman dood. Maar echte fouten mogen er natuurlijk nooit in voorkomen, want dan sla je jezelf als schrijver dood.

Proeflezers en waardevolle bladzijden
Op 17 oktober had ik mijn roman ‘De IJskoning’ voltooid. Na hem drie maanden behoorlijk met rust gelaten te hebben, vond ik het tijd om hem op te sturen naar de proeflezers.
Onderaan het eigenlijke manuscript stonden nog allerlei verwijderde fragmenten, varianten en aantekeningen. Zo’n 260 bladzijden. Waardevol materiaal, waarop ik nog eens terug zou kunnen vallen voor een eventuele aanscherping van ‘De IJskoning’, of waarmee ik aan de slag zou kunnen gaan voor een heel nieuw project.
Van dit materiaal heb ik afgelopen zaterdag een apart document gemaakt.

Laatste controle
Met het zendexemplaar van ‘De IJskoning’ voor mij op het beeldscherm, dacht ik: nog even voor de zekerheid een paar steekproeven nemen.
Ontdekte dat ik nogal vaak de woorden ‘eindelijk’ en ‘uiteindelijk’ had gebruikt. Vele ervan geschrapt, varianten er voor opgezocht of de zinnen iets veranderd. Zat ook opeens af en toe een zin te verbeteren, waarin ‘eindelijk’ en ‘uiteindelijk’ niet voorkwamen.

Leren van echte fouten
Verder kwam ik hier en daar toch nog spellings- of typefouten tegen, die door de mazen van de spellingscontrole van Word waren gegaan. Ook inconsequenties in taalgebruik, zoals ‘grind’ en ‘grint.’ Die weggewerkt. En twee keer de spellingcontrole over de hele tekst laten gaan.
Ontdekte toen dat sommige dingen in het verhaal niet klopten. Ter verduidelijking: het verhaal wordt niet chronologisch weergegeven, sommige gebeurtenissen keren later in een iets ander perspectief terug. Logisch dat je dan in de laatste fase van je roman, vooral daaraan veel aandacht besteedt. Dat had ik dus ook gedaan. Dacht ik. Toch een beetje in die laatste fase te dicht op de tekst gezeten? Ja, soms moet je een tekst maanden laten rusten. Dan ontdek je dit soort oneffenheden in één oogopslag.

Een voorbeeld
Wat niet klopte was bijvoorbeeld dat ik in hoofdstuk 34 schrijf dat de vader van het hoofdpersonage door een val in de douche een week lang mank is gaan lopen. De gebeurtenissen in hoofdstuk 2 en 12 vinden plaats in die week. Dan kun je daar in hoofdstuk 2 moeilijk over zwijgen. En de vader in hoofdstuk 12 laten tennissen, dat is helemaal uit den boze.
Zo waren er nog wat meer aanpassingen nodig. Gelukkig beschikte ik over een oudere versie van ‘De IJskoning’, waarin ik in de inhoudsopgave voor een groot deel de data van de gebeurtenissen had vermeld. De rest was een kwestie van de teksten waarin zich dit soort onvolkomenheden konden hebben verstopt, goed doorlezen.

Levensvreugde (of te wel: klaar?)
Ruim vier dagen gingen er mee gemoeid. En nu kan ik zeggen: ja: klaar. Het manuscript ligt klaar voor de proeflezers. Herstel: het lag klaar. Ik heb hem zojuist verzonden.

Laten rusten nu. Op naar het volgende project.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten