Bang?
Georgina Verbaan en ik zitten direct achter de
cockpit en kunnen door het menshoge raam voor ons zo over de schouder van de
piloot meekijken. We gaan de lucht in, het toestel kleppert en trilt. Georgina
houdt mijn hand vast en vraagt: ‘Ben je bang?’
‘Weet ik niet,’ zeg ik. ‘Ik heb nog nooit gevlogen.’
Vertrouwen
Boven de wolken schuift ze twee plaatjes uit de wand
opzij. Klokjes en schijfjes met knoppen komen tevoorschijn. Ze begint er aan te
draaien.
‘Niets veranderen, hoor,’ zeg ik.
In de cockpit zit de piloot glimlachend zijn hoofd te
schudden. Het blijkt Rutte te zijn.
Als hij zich weer naar het raam heeft gebogen, zeg
ik: ‘Die piloot, die vertrouw ik niet.’
‘Zal ik het dan maar overnemen?’ vraagt ze.
Veilig?
Georgina wacht mijn antwoord niet af en kruipt naar
voren. Ik kan mijn ogen niet geloven, ze duwt Rutte het vliegtuig uit! Boven de
wolken klapt hij zijn parachute open. Hij roept naar ons omhoog: ‘Nu komen
jullie nooit meer veilig aan de grond!’
Vrij!
Georgina lacht hem schaterend uit en trekt de
stuurknuppel naar zich toe. Haar pret kan niet meer op. We stijgen, gaan de
ruimte in, nemen passagiers mee van Venus en Mars en ook van planeten uit
andere sterrenstelsels. Passagiers, duizend maal intelligenter dan ik. Ze
vragen: 'Ben je nog steeds bang?'
Grijns
Het wordt tijd om naar de aarde terug
te keren, de brandstof is bijna op.
We vliegen boven een stad met alleen maar flats.
Georgina zegt met een grijns over haar gezicht dat ze op zoek is naar een
landingsbaan, maar hem niet kan vinden. De flats worden steeds groter. Ik kan
de ramen zien, met daarin mensen die aan het avondmaal zitten en plots angstig
wegduiken. Op een van de daken is een groot bord bevestigd. Stardust staat er
op.
Onder ons, tussen twee flats, bungelend aan zijn nog
steeds dalende parachute, zingt Rutte: ‘Ik heb het altijd geweten.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten