Zitten
voor de camera
Nog
één keer even iets over de uitslag van de verhalenwedstrijd ‘Zin en Waanzin.’ Tijdens
de boekpresentatie werd het allerbeste verhaal voorgelezen door de acteur Vincent
Croiset. Daar zijn opnames van gemaakt en die zijn op internet gezet.
Bij
mijn weten ben ik nog nooit van mijn leven zo lang op bewegend beeld vastgelegd.
Ik
heb er een foto van proberen te maken via print screen en opslaan als jpg. Maar tot twee
keer toe sta ik er niet erg florissant op: een keer met een zuur gezicht en de
andere keer alsof ik voldaan in slaap ben gevallen. Dat krijg je ervan als je
jezelf in de picture wil zetten. IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid.
Lopen
voor de camera
Ik
ben al eens eerder gefilmd, korter maar waarschijnlijk voor een veel groter
publiek, want de Sender Freises Berlin zond het uit: een rapportage over bepaalde
drukke straten, waaraan de stoplichten voor voetgangers slechts enkele seconden
op groen bleven staan. Ik was in die dagen in Berlijn bij vrienden op bezoek
die dat verplicht haastig oversteken in de media hadden gebracht. Ik ben toen
een paar keer met hen een zebrapad overgestoken. En dat werd dan tussen de
interviews door uitgezonden.
Wachten
voor de camera
Mijn
vader heeft het nog verder gebracht. Die heeft ooit eens opgetreden in een
echte speelfilm. En dat gegeven heb ik weer verwerkt in de roman ‘De behouden
stilte’ dat over het leven van mijn vader gaat:
'Eric
Muizenwinkel is langs geweest. Een stel jongelui van de filmacademie van
Amsterdam wil bij ons in het dorp een afstudeerfilm maken. Ze zoeken wat oudere
mensen als figurant. Of er misschien niet een paar mannen zijn en ook een vrouw
die vroeger in een amateurtoneelvereniging hebben gezeten? Muizenwinkel wilde
zelf niet, maar dacht meteen aan mij. Ik heb er over nagedacht en heb besloten
dat ik maar eens mee doe.
Ik was ervan uitgegaan dat ze me nodig
zouden hebben hier ergens in de omgeving. Maar nee, ze hebben me met hun auto
van huis gehaald en naar het rangeerterrein van station Linten gebracht. En nu
zit ik in een zwart pak met een cilinderhoed op mijn hoofd op de bok van een
koets dat geen koets is. Het onderstel bestaat uit dat van een trein. Voor mij,
tussen de rails staat een span van zes witte paarden. De teugels rusten in mijn
veel te krappe handschoenen. Ik zit hier nu al bijna een uur. Waar wachten ze
eigenlijk op? Eerst was er iets met de belichting. Toen de zon opeens achter de
wolken vandaan was gekomen, moest die flink worden bijgesteld. ‘We
kunnen draaien!’ had de regisseur geroepen. Maar toen bleek de hoofdrolspeler
zoek te zijn. Was de stad in gegaan. En wij maar wachten.
Ik mag niet van de bok
af en de paarden mogen niet uit hun tuig. In het begin was ik nog blij dat ik
tenminste niet hoefde te lopen. Maar dit is ook niks. De boord zit me veel te
nauw om de hals en dat pinguïnkostuum schuurt me bij elke beweging in de
oksels. Ze hebben toch wel meteen kunnen zien dat ik niet meer de dunste ben?
Mogelijk is er geen geld voor een ruimere jas. Ik heb mijn maten wel opgegeven,
maar misschien ben ik er intussen uitgegroeid. In ieder geval zit ik nu veel te krap
in de kleren. En de zon brandt me veel te fel op mijn
hoofd. Alles wordt een beetje troebel. Waarvoor doe ik dit
allemaal?
‘Nog even geduld, meneer!’ roept de
regisseur me toe. Hij doet dat door een megafoon. Ik zie hem vaag zitten in zijn luie stoel, veilig in de schaduw van een loods. ‘Zo meteen wordt u voor de
eeuwigheid vastgelegd!’ voegt hij er trots aan toe.
Jettie Verschoor, Pluimers en Vos. Waar
hangen die rond? Ik weet niet wat voor rol ze hebben, ik weet eigenlijk niks
van die film. Behalve dat het over een soldaat gaat en dat ik hem met deze
koets en paarden in een droom achterna zit. Ze hebben beloofd, de film het
allereerst bij ons in het dorp te zullen vertonen. Of het daarvan komen zal,
dat moet ik nog zien. Het zijn stuk voor stuk haastige jongelui met een vlotte
tong. Van dat soort dat gemaakte beloftes snel vergeet. Misschien zal Hugo
er ooit nog eens naar gaan informeren, naar die film, als ik er niet meer ben.
Heeft hij een mooie herinnering aan zijn vader. Maar nog mooier was geweest als hij me als
hond had meegemaakt. Dat is natuurlijk onmogelijk, hij moest toen nog geboren
worden. En toen hij er eenmaal was, zat ik al lang niet meer bij het toneel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten