Slachtoffer van...
Ik ben tot nu toe slechts een keer van mijn bed
gelicht. Dat gebeurde op mijn vorig woonadres, op een donderdag. 28 juni, 2012.
Het was niet eens omdat ik een of ander blog gepubliceerd had. Nee, ik was
domweg het slachtoffer geworden van… domheid. Of nee, dat was het nog niet
eens. Het was: dyslexie!
Uitslapen
De donderdag was mijn reguliere vrije dag. Donderdags
stond ik nooit om zes uur op.
Even voor achten bleek het te zijn, nadat ik uit mijn
dromen was opgeschrikt. Herhaaldelijk werd er beneden op straat op mijn deurbel
gedrukt, met een steeds irritantere aandrang.
Stijfkoppig blijven liggen
Had ik met iemand een afspraak? Nee. Dus ik bleef
liggen. Gebeurde wel vaker dat er gasten op een willekeurig nummer drukten om het
appartement binnen te kunnen komen. Collectanten, Jehova getuigen, woordvoerders
van politieke partijen, tijdschrift-abonnementsverkopers, schoonmakers die de
huissleutels vergeten waren - allemaal lui waar ik niets mee had, vooral niet
even voor achten.
Schuldgevoelens
Omdat het bellen aanhield, ging ik me toch een beetje
zorgen maken. Ik probeerde stemmen te herkennen. Stemmen van mijn vrienden
misschien? Nee. Trouwens, die keken wel uit om mij zo vroeg te
wekken.
De politie dan, om mij iets verschrikkelijks uit de
familie te melden?
Door dat steeds nadrukkelijker bellen en vooral na
drie paukenslagen op de buitendeur haal je je de gekste dingen in het hoofd.
Er uit!
Van hoofd gesproken, die lichtte ik van mijn kussen.
Ik kwam overeind. Ze waren binnen, en ze kwamen met passen vol sturm und drang naar boven.
Ze zouden er van lusten.
Eerst nog even snel naar het toilet
Ik was net klaar, toen ze voor mijn deur stilhielden.
Vlug draaide ik mij om. Te vlug. Met mijn ribben
knalde ik bovenop de toiletpot.
Een seconde later belden ze aan.
De confrontatie
Twee mannen in overall: een meester en zijn leerling.
Ze zetten elk een gereedschapskist op de tegels van het trappenhuis, een grote
en een kleine.
‘Wat is dit, wat komt u hier doen!’ zei ik. ‘Ik heb
geen afspraak gemaakt!'
‘Toch wel,’ zei de meester, terwijl hij zijn rug
rechtte. De leerling knikte. Hij keek mij nogal geamuseerd aan. Ik in mijn slip
en T-shirt, waarschijnlijk mijn hoofdharen nog springerig van het vele dromen.
‘Dit is toch Het Zandmannetje nummer 45?’ ging de
meester verder, nadat hij iets van een notitieblok had afgelezen.
‘Ja, dat klopt,’ zei ik. ‘Maar ik heb met niemand een
afspraak gemaakt.’ En toch weer zo stom om meteen daarop aan te komen met: ‘Ja,
sorry hoor, dat ik u niet eerder open deed. Ik ben een beetje ziek,’ zei ik en
wreef me over mijn rib.
Met een ernstig gezicht draaide de meester zijn hoofd
weer naar zijn notitieblok. ‘U bent toch de heer Klaassen?’
‘Nee, ik ben Steiner. Eric Steiner is de naam.’
‘Weet u dat zeker? Nou, dan zullen ze zich op de
centrale wel hebben vergist. Hier staat toch duidelijk Het Zandmannetje nummer
45.’
‘En ondertussen mij maar mooi van mijn bed komen
lichten!’ Ik wreef me weer over mijn rib. Die begon echt pijn te doen.
‘Ja, sorry meneer. Voor het ongemak.’
‘Is al goed, is al goed. Maar,’ bedacht ik me opeens,
‘welke naam noemde u daarnet? Wie had u moeten hebben?’
‘Klaassen,’ zei de meester. Zijn leerling keek me nog
steeds aan alsof hij Stan Laurell voor zich had.
‘O, maar wacht eens,’ zei ik. ‘Dat moet hier schuin
tegenover zijn. Is waarschijnlijk nummer 54. Ik denk dat ze daar bij u op de
centrale iemand met dyslexie hebben zitten.’
‘Ja, dat geloof ik ook,’ zei de meester en tilde zijn
gereedschapskist op. ‘Nogmaals excuses voor het ongemak, meneer. Een prettige
dag toegewenst.’
Met als gevolg...
Een Prettige dag? Dankzij die vergissing zat ik twee
uur later en de drie volle weken daarop mooi met een ingetapete rib!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten