vrijdag 6 mei 2016

Hemelvaartsdag en Dodenherdenking

In 1978 vielen Hemelvaart en Dodenherdenking op een en dezelfde dag. Dat ik dat nog weet, is niet zo bijzonder.

Het was een vrij normale dag, in toch wel heel andere tijden. Sovjet staatshoofd Leonid Brezjnev bezocht Bonn en Zuid Afrika was voor de zoveelste keer Angola binnengevallen.

Het zou de eerste warme dag van de lente worden, met temperaturen van zeventien tot twintig graden. Dat kwam mooi uit, want een paar van mijn vrienden en kennissen hadden weken van te voren afgesproken die vierde mei er samen op uit te trekken, ergens ver het land in. Ik ging ook mee.

Het werd een dag vol opgewektheid en plezier. Misschien moest ik daarom nu en dan denken aan degenen die niet met ons waren meegegaan. Weemoedig voelde ik mij bij de gedachte, dat straks ook een einde zou komen aan deze mooie dag.
Om acht uur stond de trein die ons richting huis zou brengen twee minuten stil. Wij zwegen, zoals heel Nederland  zweeg.

Mijn ouders waren al gaan slapen toen ik thuis kwam. Pas de volgende ochtend kreeg ik het te horen. Mijn moeder stond aan mijn bed en zei dat ik er maar beter uit kon komen.

Een van de jongens die niet met ons groepje was meegegaan, had gisteren een ongeluk gehad. Met zijn brommer was hij van het fietspad plotseling tussen twee bomen de berm in gereden, de grote weg op, waar een autobus hem van achteren schepte. Het ging om mijn achterneef G. Amper zeventien jaar oud.
Toen ik mijn moeder vroeg naar het waarom, antwoordde ze dat hij aan epilepsie leed.

Mijn broer kwam met zijn gezin over vanuit het westen. Het was de eerste keer dat mijn ouders vonden dat ik mee moest op rouwbezoek. Het was ook de eerste keer dat ik een lijk zag. Over de rand van de kist heen ving ik een glimp op van een hoofd in het verband.


De buschauffeur die ons jarenlang naar en van de middelbare school had gereden, zagen we na die vierde mei van 1978 heel af en toe terug. In de functie van kaartjescontroleur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten