Ze loopt met de aluminium gieter achter mijn vader in zijn luie
stoel en voor de tv langs, blijft staan voor elk bakje van de centrale
verwarming en elke plantenbak die de woonkamer rijk is. Maandagavond:
plantenwatergeefavond. Ook op vierentwintig december. Haar planten, het zijn er zovele - er zitten
er tussen die ze niet bijtijds heeft weten te verpotten, zodat de wortels naar
buiten zijn gaan stulpen, zich om de schotel heen hebben gekromd. Een enkele
keer zet een van die planten het dan op een lopen, in een tijdsduur van een
maand zeker een centimeter of twee. Af en toe valt er een, ergens diep in de
verste uithoeken van het huis, van een tafeltje of een kast. Af en toe dondert
er ook wel eens eentje van de trap, op de treden een spoor van scherven en
aarde achter zich latend. Volkomen onbegrijpelijk vindt mijn moeder dit. Ze
verdenkt mij ervan dat ik die plant op de rand van de trap heb gezet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten