Ritueel
Gedrieën op de
grond.
De cake
knarste tussen mij tanden.
Na een half
uurtje vroeg Thomas: ‘Voel je al wat?’
Nee, ik voelde
nog niets.
‘Nou, ik wel.’
Gefascineerd
zaten Job en Thomas stripboeken door te bladeren. Wat daar zo bijzonder aan was?
‘Al die
kleurtjes,’ zeiden ze. Over één bladzijde deden ze wel een kwartier.
Ongevoelig
Ik was niet
ervaren. Misschien was ik er wel niet gevoelig voor. Misschien moest ik nog
maar een stukje nemen.
Job zei: ‘Zou
je dat nou wel doen?’
Bamboefluit en luchtbellen
Er stond een
lp op met een Indiase bamboefluit. Die bamboefluit veranderde langzaam in een vrouwenstem.
Die vrouwenstem zong zwoel en zweverig: Oe, hoe-hoe hoe hoe. Er doorheen
klonk een klaterend beekje. Maar ik wist: dat zijn de luchtbellen in de
leidingen van de centrale verwarming.
Ik voelde me lomer
en lomer worden.
Verboden toegang
Ik zag een man
op straat staan. Zodra ik weer mijn ogen sloot, was hij er. Ik wilde naar mijn ouderlijk
huis, maar hij stak telkens zijn hand in de hoogte en liet me niet door.
Er was een trillen
boven mijn fontanel. Een kolibrie die in mijn hoofdharen kriebelde. Ik was bang
te zullen uittreden, voelde me duizelig en ging op de vloer liggen.
Niet veel
later ben naar boven, naar mijn logeerbed gegaan. Weldra viel ik in slaap.
Ontnuchtering
De volgende
dag, het was nog schemerig. Beneden in de keuken zaten Thomas en Job al aan de
thee. Ik keek naar de klok en zei: ‘Goh. Nog maar acht uur, en jullie zijn al op?’
‘Je vergist je,
Eric,’ zei Thomas. ‘Het is geen acht uur in de ochtend. Het is acht uur in de
avond. Je hebt de hele nacht en de hele dag aan een stuk doorgeslapen.’
Dat
vond ik echt zonde van de tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten