Een van de methoden om bekend te worden als auteur,
is meedoen aan schrijfwedstrijden. Maar dan moet je er natuurlijk wel eentje
winnen.
Boekenweek
De afgelopen tijd heb ik gewerkt aan twee verhalen,
bestemd voor schrijfwedstrijden die voortborduren op het thema van de aanstaande Boekenweek.
Indisch verleden
Zoals jullie misschien wel zullen weten, is het
thema van de Boekenweek dit jaar: ‘Gouden tijden, zwarte bladzijden.’ Ongewild
ga je dan denken aan het Indisch verleden. Ik tenminste wel. Dat komt omdat
mijn halfbroer als militair in Nederlands-Indië gezeten heeft tijdens de
onafhankelijkheidsstrijd.
Het ene verhaal
Ik had er al iets over geschreven in ‘De Behouden
Stilte,’ de roman over het leven van mijn vader. Logisch dat ik een paar van die
fragmenten ter hand zou nemen om er een apart verhaal van te maken. Zijn
bestemming: Indisch 3.0 Maximaal 1500 woorden. Voor mijn verhaal heb ik er 1412 nodig gehad.
Het andere verhaal
Het andere verhaal is eveneens een bewerking. In
zijn oervorm had het niets te maken met het Indisch verleden.
Zijn bestemming: Avro's Opium. Maximaal aantal woorden:
500. Dat is al heel wat moeilijker. Dat is echt werken op de vierkante
centimeter. Uiteindelijk had ik er precies 500.
De grote twijfel
Hoeveel uren ik wel niet besteed heb om via boeken
en het internet er achter te komen:
- of de post van en naar die in Nederlands-Indië gelegerde
militairen inderdaad werd overgevlogen door een Dakota (Ja);
- of dat wekelijks gebeurde (Ja, ongeveer);
- of er in Nederlands-Indië tulpen aan geliefden konden
worden geschonken (Chrysanten liggen meer voor de hand);
- of de ‘Hollandse’ vrouwen er eigenlijk nog wel
jarretelgordels droegen (Onwaarschijnlijk, omdat tijdens de Tweede Wereldoorlog
zijde niet meer leverbaar was en nylon bijna volledig was opgegaan in de
productie van parachutes).
- Etc.
Wetenschap en zelfvertrouwen
Zo kom je nog eens wat te weten. Zo breng je om
geen blunders te slaan een van de verhalen terug van 500 naar 496 woorden.
Inderdaad: de jarretelles zijn er uit gehaald.
En dan voor morgen: opsturen die verhalen. De kans
om iets te winnen is klein. Teleurstelling ligt op de loer. Voor mezelf en voor
iedereen die ook een verhaal voor een wedstrijd heeft ingestuurd of nog gaat
insturen, kan ik alleen maar zeggen: geef niet op!
Maar of je ooit een buste zal krijgen, als je eenmaal bekend geworden bent als auteur?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten