zondag 7 mei 2017

Aan tafel wordt gezwegen


Een tweede moeder
Aan tafel zaten mijn vader, mijn moeder, mijn zus en ik. Mijn zus was niet mijn echte zus. Dat wist ik toen, als kleuter, nog niet en ik geloof ook dat zij dat tot rond haar vijftiende niet geweten heeft. Mijn ouders spraken er nooit over en mijn zus was net zo blond als ik en we hebben elkaar altijd tot in de verre jaren van volwassenheid als echte broer en zus beschouwd. Ze was wel negen jaar ouder, wat voor mij betekende dat ik er als kind en puber af en toe een tweede moeder bij had.

Mijn eigen moeder
Mijn eigen moeder verscheen in het leven van mijn vader, nadat zijn eerste vrouw overleden was aan kanker. Mijn zus was toen twee jaar oud. 
Mijn moeder had jarenlang in gezinnen, waarvan de vrouw het niet alleen redde, zorg gedragen voor de kinderen en het huishouden. Nu kwam zij dus in het gezin van mijn vader. Vijf jaar later trouwden ze, en weer vijf jaar later verscheen ik op de wereld.

Spraakzaam gezin
Het is logisch dat over deze dingen in onze kinderjaren niet gesproken werd. Ik denk dat onze ouders ons zo normaal mogelijk probeerden op te voeden, met bijvoorbeeld ’s avonds een behoorlijke pot eten op tafel.
Stamppot boerenkool, waarvan mijn vader voor mij een huisje maakte met een schoorsteen er op, waarin hij met een lepel een kuiltje drukte voor de jus. Zo is het in die tijd in veel gezinnen gegaan, denk ik.
Bijzonder was misschien dat als ik of mijn zus aan tafel iets wilden zeggen, dat mijn vader dan zei: ‘Eerst eten, straks mag je praten.’
Daar kwam meestal nooit iets van terecht. Nadat uit de Bijbel was voorgelezen en de Here God was bedankt voor het eten, togen mijn ouders meteen aan de afwas.
Vaak was het ook zo dat mijn zus en ik intussen al weer waren vergeten wat we ook weer wilden zeggen. Ik denk dat mijn vader daar wel stilletjes van genoot, want hij was een man van weinig woorden. Misschien ben ik daarom wel schrijver geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten