Probleemstelling
Voor de nieuwe bezoeker: alsjeblieft eerst mijn vorige blog lezen. Dan weet je dat er voor mij op het computerbeeldscherm een verhalenbundel
van eigen makelij stond, die mank bleek te gaan aan te veel personages die zich
identiek gedroegen, dezelfde opmerking maakten, hetzelfde zagen, etc. Ook kwam
er nogal eens in totaal verschillende verhalen dezelfde zinswending of een
bijna identieke beschrijving voor. En nog steeds: te veel dezelfde woorden
te dicht op elkaar. En dat ondanks… Lees mijn vorige blog. Hier ga ik verder
met de vraag: hoe pak je dit soort ongewenste herhalingen aan?
Eerste stap: simpel beginnen
Laat de identieke gedragingen, de bijna dezelfde
zinswendingen en bijna identieke observaties of beschrijvingen voorlopig rusten.
Begin met in je Word-bestand met de zoekfunctie alle overige
ongewenste herhalingen vet te maken. Niet allemaal tegelijk. Begin simpel. Eerst
maar eens de ‘O, jawels.’ Daar zijn er in mijn verhalenbundel maar twee van.
Vraag je af: past deze opmerking bij het personage in
verhaal 1 wel en bij het personage in verhaal 4 niet? Of kan die opmerking niet gewoon
weg?
Ga vervolgens naar de volgende ongewenste herhaling
en maak ook die vet. Los het probleem op. Werk zo van eenvoudig naar moeilijk op te lossen herhalingen.
Tweede stap: synoniemen zoeken en zinvariaties
bedenken
Daarna ga je op jacht naar dezelfde woorden die te
vaak voorkomen c.q. te dicht op elkaar staan. Ook die vet maken. En ook weer:
niet allemaal tegelijk. Werk het ene woord na het andere woord af.
Overweeg wat weg kan. Bij twijfel: meteen
verwijderen, het woord en de zin waarin hij is opgenomen. Schrijven is schrappen.
Woorden die echt niet weg kunnen en toch irritant blijven
omdat ze zo dicht op elkaar staan, daar zoek je synoniemen voor.
Kanttekening: oppassen met synoniemen
Met synoniemen moet je trouwens oppassen. Te veel
synoniemen te dicht op elkaar, dat komt gekunsteld over en zal de lezer uit het
verhaal halen.
Als je op één bladzijde schrijft:
‘Op dat moment keek Peter in…
En jawel, Peter blikte over…
Peter observeerde…
Zag Peter dat wel goed?’
Dan zegt die lezer: ‘Huh?’ Dat is niet fijn, als een
lezer zo reageert. Een lezer hoort te vergeten dat hij aan het lezen is. Een
lezer hoort weg te dromen in een verhaal.
Dus: niet te veel synoniemen vlak achter elkaar.
Beter is dan: de hele zin vervangen, een andere omschrijving zoeken.
Derde stap: de zware probleemgevallen.
Wat blijft over? Of beter gezegd: wie blijven er over?
De identieke gedragingen, de bijna identieke observaties door verschillende personages,
de nogal op elkaar lijkende beschrijvingen gedaan door de schrijver, dezelfde
zinswendingen.
Dat zijn de moeilijkste gevallen, is mijn ervaring.
Ik ben er nu een tijdje mee bezig. Het valt niet mee.
Soms trekt een verhaal helemaal krom wanneer ik een herhaling in gedrag, observatie,
beschrijving of zinswending verwijder.
Wat doe je in zo’n geval? Piekeren. In overweging
nemen. Een tijdje laten rusten. Heroverwegen: waar een ongewenste herhaling van
de hierboven genoemde soort echt niet weg kan, haar laten staan?
Dat zal de lezer irriteren. Weer is hij of zij uit het
verhaal gehaald. En ongetwijfeld: bij de zoveelste aangetroffen herhaling smijt
hij je verhalenbundel in de hoek van de kamer. Daarvoor heb je toch niet al
die uren aan je schrijfbureau doorgebracht?
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten