Mijn lesje wel geleerd.
Mijn coauteur en stok achter de deur Sophia Deçàdent
beklaagde zich er over dat haar vriend zijn sokken en kapotte schoenveters overal
laat slingeren en dat daar wel meer mannen last van hebben.
Ze keek mij uitdagend aan. Ik wist niet wat ik
daarmee moest, ik voelde mij niet aangesproken.
Sinds een jaar of tien gooi ik kapotte schoenveters
altijd onmiddellijk in de afvalbak. En sokken prop ik voor het slapen gaan
altijd in mijn schoenen. Of anders gooi ik ze meteen in de wasmand. Een schoon
paar sokken haal ik pas de volgende ochtend uit de klerenkast. Ik heb mijn
lesje namelijk wel geleerd.
Nieuwe veters zijn altijd op.
Een paar dagen voordat ik tot dat besluit gekomen was
(hoe ik voortaan zou omgaan met sokken en schoenveters), had ik vanaf mijn werk
een afspraak gemaakt met mijn huisarts. Voordat ik hem zou bezoeken, wilde ik vanuit
de trein eerst nog even vlug naar huis voor een douche.
Als eerste handeling van mijn ontkledingsproces, boog
ik mij op mijn bedrand voorover om mijn schoenveters los te knopen.
Waarschijnlijk trok ik telkens aan het verkeerde
uiteinde, want de knoop kwam strakker en strakker te zitten. Na vijf minuten
zuchten en pulken aan beide veters, besloot ik de schaar er in te zetten. Maar
eerst moest ik nieuwe veters. Die waren natuurlijk nergens te vinden. Nieuwe
veters zijn altijd op wanneer je ze nodig hebt.
Probleem opgelost?
De tijd voor een fatsoenlijke douche was intussen
verstreken. Met een onontwarbare veterknoop aan beide schoenen ben ik naar mijn
huisarts gegaan, en meteen daarna heb ik een hele trits nieuwe veters gekocht.
Thuis zette ik de schaar in de onontwarbare veters. Knip! Doormidden. Zodra ik ze had los geregen, wierp ik ze
mijn slaapkamer in. Nieuwe veters in de schoenen, probleem opgelost.
Had je gedacht…
In de vroege ochtend: twee enthousiaste
katten
De volgende ochtend sta ik bepakt
en bezakt klaar om naar mijn werk te gaan. In de draai die ik naar mijn
voordeur maak, zie ik vanuit een ooghoek dat mijn twee katten achter mijn
hielen aan springen.
Er ligt een schoenveter op de
vloer. Op elke beweging van mijn rechterschoen reageert de veter. Mijn katten
raken nog meer enthousiast.
De schoenveter verdwijnt niet onder mijn schoenzool,
maar onder mijn broekspijpuiteinde. Hoe kan dat nou?
Natuurlijk: het is een van de los geknipte schoenveters van
gisteravond. En hij zit in mijn schoen, zelfs in mijn sok.
Alleen nog een schaar
Ik trek aan de veter en voel dat hij ook om mijn
dikke teen heen zit. Muurvast. Dankzij die knoop die ik er gisteren zelf in
getrokken heb.
Over een kwartier gaat mijn trein. Er is geen tijd
meer om schoen en sok uit te doen om schoenveter te kunnen verwijderen. Hier
helpt alleen nog de schaar.
Maar ook scharen zijn altijd zoek op momenten dat je
ze het hardst nodig hebt. Dus dat wordt te laat komen op je werk.
Conclusie
Vanaf die dag laat ik nooit meer mijn sokken
rondslingeren. Vanaf die dag gooi ik nooit meer los geknipte schoenveters
mijn slaapkamer in. Want schoenveters en sokken, ze zoeken elkaar op.*
Maar waar al die scharen in de loop der jaren
gebleven mogen zijn?
* Dat
schoenveters en sokken elkaar zouden opzoeken, dat is natuurlijk pure hekserij.
Logischer lijkt me dat mijn katten met rondslingerende sokken zijn gaan spelen
en dat ze in hun spel ook een veter met een onontwarbare knoop hebben meegenomen. Ja, mijn katten hebben er voor gezorgd dat die veter in een van mijn sokken is
geraakt. Maar ikzelf ben verantwoordelijk voor het
aantrekken van die sok.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten