Een laatste redactieslag
‘Geweldig! Geweldig!’ had mijn meelezer eind vorig
jaar nog maar eens over ‘De IJskoning’ opgemerkt. ‘Wanneer stuur je het op naar
een uitgever?’
Daarvoor zou ik eerst haar opmerkingen moeten verwerken
in die roman. Dat had ik sinds ik het manuscript februari 2014 van haar had teruggekregen,
nog niet gedaan. Opzettelijk. Om afstand te kunnen scheppen, zodat ik met een frisse
nuchtere blik haar correctievoorstellen zou kunnen beoordelen.
Januari van dit jaar ben ik daarmee begonnen. Ik
dacht er een maandje mee zoet te zullen zijn. Dat viel dus anders uit.
Correcties en opmerkingen
Mijn meelezer had welgeteld 738 correcties en opmerkingen
in mijn manuscript geplaatst. De correcties betroffen spellingfouten of hier
en daar een vergeten letter of woord. De opmerkingen varieerden van ‘mooi’ en
‘prachtig’ tot ‘vaag’ en ‘schrappen.’
Over ‘mooi’ en ‘prachtig’ zal ik niet verder
uitweiden. Ik ben een bescheiden mens.
Vaag en schrappen
Vaag: dat kwam volgens mijn meelezer o.a. door de
zinsconstructie, of een wat onhandige omschrijving. Verder vond ze hier en daar
de overgangen van verleden tijd naar tegenwoordige tijd en van tegenwoordige
tijd naar verleden tijd verwarrend.
Schrappen: gelukkig achtte zij slechts een negental langere
fragmenten (van ongeveer een halve bladzijde elk) nodig om te worden geschrapt.
Niet omdat de zinnen omslachtig waren, maar omdat ze te vroeg bepaalde zaken prijsgaven
en dus een zekere spanningsopbouw in de weg stonden. De overige schrapvoorstellen
hadden betrekking op een enkel woord of een enkele uitdrukking.
Te veel (dezelfde) woorden
Het ging daarbij vooral om stopwoorden en dito
tussenzinnetjes: ‘eigenlijk’, ‘allemaal’, ‘nu’, ‘nogal’, ‘weer’, ‘toch ook’, ‘ook
wel’, ‘erg veel’, ‘zo meteen’, ‘is het wel?’ De meeste daarvan bleken terecht
overbodig, een enkeling niet.
Ze wees mij ook op dezelfde woorden die te dicht op
elkaar stonden. Vreemd dat die er nog in zaten, terwijl ik daar zo veel
aandacht aan had besteed voordat ik het manuscript naar haar opstuurde.
Van het een komt het ander
Des te verder ik in de roman vorderde, des te vaker
kwam ik dit soort schrapvoorstellen van
mijn meelezer tegen. Zij scheen daarin met de bladzijde meer en meer plezier te
hebben gekregen, of ze was per bladzijde beter en beter geworden. Reden genoeg
om zelf de roman nog eens grondig door te nemen.
Sowieso moest ik de hele tekst nog eens door om te
zien of door al die verwijderde woorden de zinnen nog wel liepen en klopten in
hun context.
En toen stuitte ik op twee onvergeeflijke fouten, die
mij noopte mijn roman nogmaals grondig door te nemen, nu op een heel ander vlak.
Daarover de volgende keer meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten