maandag 29 mei 2017

Weersomslag

De twee jongens kwamen niet ver in het opsporen van de draak. Achter in het korenveld, dat ze tot de Stille Zuidzee hadden omgedoopt, was boven een dunne goudgele streep de lucht paars gekleurd tot over heel de horizon. Pal boven hen hing een opborrelende stapelwolk: een vulkaan van een naburig eiland  was tot uitbarsting gekomen.

Een lichtflits, een knetterend geluid en een dof rommelen. Het begon te waaien. De ene jongen die een indianentooi op zijn hoofd droeg en naar de naam Harrie luisterde, zei: ‘Kom mee. Het is hier straks met die hoge golven niet meer veilig. Ik zal u mijn wigwam tonen.’
De andere jongen die Daniël heette, volgde hem naar de boerderij.

In de keuken stelde Harrie Daniël voor aan zijn moeder, een grote en stevige vrouw met levendige ogen en kastanjebruin haar waar fijne kartelige streepjes grijs doorheen groeiden. Ze vulde drie glazen met Rivella, Achter de ruiten betrok de lucht tot een paarse hel.
Harrie had zijn indianentooi naast zich neergelegd en een T-shirt aangetrokken. Hij dronk zijn glas in één teug leeg. De bliksem verlichtte twee keer zijn gezicht. Een scherpe knal en een lage rollende donder, de draak die over de boerderij heen trok.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten