donderdag 28 maart 2019

De moeder de vrouw


Bij het afscheid wilde mijn moeder me omhelzen, maar dat weigerde ik. Ze kneep me in mijn bovenarmen en keek me aan, alsof ik nooit meer terug zou komen. De laatste dagen had ik haar ’s avonds en ’s ochtends in haar hobbykamer aangetroffen, mediterend, de hielen op de knieholtes, met een cirkel van waxinelichtjes om zich heen. Als ze haar zin had gekregen, dan zou ze vanuit haar hobbykamer zeker ook waxinelichtjes op de overloop hebben neergezet. En op de trap naar beneden. In de woonkamer, als extra aanvulling tussen de geraniums en de primula’s in de vensterbank. In de keuken, naast de vrouwentongen op de koelkast. In de bijkeuken en terug de gang door, helemaal naar de voordeur toe. Op de stoep van het huis, langs het grindpad en de coniferen. In elke straat van onze wijk, in de hele stad, in heel Nederland: de waxinelichtjes van mijn moeder. En elk waxinelichtje was bestemd voor mijn behouden terugkeer.

(fragment uit ‘De IJskoning’)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten