door
Sophia Désedan
Oer-manuscript
In deel I van deze serie zei je dat de oerknal voor de roman ‘Eksteroog’ een nachtmerrie uit je kleuterjaren is geweest en dat je die nachtmerrie in je puberteit twee keer hebt verwerkt in een kort verhaal.
Hoe zag de eerste versie van dat korte
verhaal er uit?
Dat ik
het verhaal hier niet in zijn geheel plaats, komt omdat ik mij er een beetje
voor schaam. Het is nogal omslachtig en duidelijk het product van een
beginnende schrijver.
En de
tweede versie?
Die
liet ik een jaartje later in het schoolkrantje opnemen. Helaas kan ik dat behoorlijk
luxueus uitgegeven krantje niet meer terugvinden in mijn archief, maar het
typoscript nog wel. De doorhalingen zijn overigens, net zo als bij versie 1, van
latere datum.
En hoe staat dit fragment momenteel in ‘Eksteroog’
verwoord?
11.
Witte mannen met rode zakdoeken
De wekkerradio gaat en smelt
tot één grote brei ineen. Ik sta op en voel mijn voeten een eind in de houten
vloer wegzakken, alsof ze door pudding gaan. Het kost me de grootste moeite om
de slaapkamerdeur te bereiken. Zodra ik met een vingertop de deurklink heb
weten aan te raken, valt de deur uit zijn scharnieren en stort hij zich bovenop
mij. Ik zak door de vloer.
Sterren fonkelen rondom. Een vleermuis met felle ogen en bebloede
tanden scheert langs mij heen, keert terug en nestelt zich in mijn haren. Hij
begint mijn hele schedelinhoud weg te vreten. Een vrouw grijpt me bij de hand
en fluistert: ‘Vlug. Kom mee.’
Steeds harder rukt zij aan
mijn hand, ik schreeuw het uit van de pijn. Langzaam scheurt mijn pols open -
en de vrouw valt weg, het heelal in, met mijn hand in de hare.
Is de
hele roman zo?
Natuurlijk
niet. Het hierboven opgenomen fragment is immers slechts een droom? Daarom zal
ik je de volgende keer het begin van de roman laten zien.N.B.:
‘Eksteroogs diagnose’ heet tegenwoordig ‘De geschonken tijd’
Typoscript wel bewaren voor het Letmus hoor.
BeantwoordenVerwijderen